Ik bedenk me eigenlijk helemaal niet zo veel op een dag

Ik herschaaf en redigeer deze dagen aan Gordon Hauspie. Het valt me weer eens op dat ik doorgaans vrij filmisch schrijf: ik schrijf wat je ziet gebeuren, in afgebakende scènes. Ik zag dat toen ik de eerste versie van de tekst schreef, meer dan drie jaar terug, de gedachten van de hoofdpersoon vrijwel geheel ontbraken. Het was een vrij extreem geval van show, don’t tell. Continue reading “Ik bedenk me eigenlijk helemaal niet zo veel op een dag”

Wat wil mijn personage eigenlijk?

Thomas Rosenboom heeft in een van zijn essays ooit uiteengezet dat een romanpersonage een groot streven heeft. Het romanverhaal is niets meer of minder dan het verhaal van de tegenslagen en belemmeringen om dat grote streven vervuld te zien. Nirav Christophe legde me onlangs uit dat een werkelijk dramatisch personage juist twee dingen wil, liefst twee zaken die elkaar uitsluiten. Die dubbelheid zorgt voor dramatische spanning. In zijn optiek willen die romanpersonages van Rosenboom dus hun eigen streven ook graag ondermijnen: pas dan zijn ze werkelijk gelaagd en boeiend. Continue reading “Wat wil mijn personage eigenlijk?”

‘Ze willen iets: wraak of vergeving.’

Ik houd van vergane glorie. Verlaten en half ingestorte fabriekspanden, ooit symbool voor welvaart en voorspoed. Hotels die hun gloriedagen hadden in een tijd dat de Russische Tsaren er nog kwamen. Vergeten kustplaatsen die in stijl en opbouw de grandeur van de jaren twintig nog koesteren, maar waar geen toerist meer komt. Prachtig. Continue reading “‘Ze willen iets: wraak of vergeving.’”

De beste romans zijn scripts voor televisieseries

In mijn hoofd zocht ik naar een ritme voor het opbouwen van het verhaal van de Mercuriuskop en het schilderen van de personages. Het voortstuwende ritme dat je de pagina’s als in een trance laat omslaan. Ik probeerde me te herinneren wanneer ik zelf voor het laatst een boek had gelezen waarbij ik dat gevoel had gehad. Continue reading “De beste romans zijn scripts voor televisieseries”

Een Faramir verzin je niet, die overkomt je

Het mooiste voorbeeld van een verhaal dat al schrijvende groeide en groeide tot het volstrekt uit de hand liep, is In de ban van de ring. Tolkien begon er aan te schrijven in de veronderstelling dat het een vervolg zou worden op De Hobbit en dat het van een vergelijkbaar kaliber zou zijn. Meer dan vijfentwintig jaar en ruim duizend pagina’s later, had hij een epos geschreven dat zijn weerga in de literaire wereld niet kende. Continue reading “Een Faramir verzin je niet, die overkomt je”

Hoe verwoord je toch de meest intieme gedachten van een personage

Waar het gaat om het scheppen van mooie personages is schrijven toch vaak een beetje boetseren. Kneden, toevoegen, weghalen, goed voelen, druk uitoefenen, vormen. Een eerste impressie kan met een paar woorden gegeven zijn, maar daarna is het zoeken naar de gedachten, de innerlijke drijfveren en overtuigingen, het typerende woord- en zinsgebruik. Al die zaken. Continue reading “Hoe verwoord je toch de meest intieme gedachten van een personage”

Wie was Xanthippe?


Soms hoef je alleen maar een naam voor een personage te verzinnen en dan komt de rest vanzelf. Een andere keer verzin je een hoofdpersoon, met al zijn of haar eigenschappen, talenten en onhebbelijkheden, maar de juiste naam, die wil maar niet. Voor de muziektheater productie waar ik vandaag aan schrijf, zocht ik naar een naam voor de antagonist in het stuk: degene die hoofdpersoon Andrew van het realiseren van zijn dromen probeert af te houden. Ze is niet kwaadaardig, alleen bloedstollend verstandig. Continue reading “Wie was Xanthippe?”

Een beeld zegt meer II

Voor de eenakter die ik schrijf bij MC/Hollandse Nieuwe werd mij gevraagd om eens na te denken over een moodboard: om inspiratie voor het verhaal waar ik aan ga schrijven te putten uit beelden. Bovenaan dit blog staat een beeldmerk van de werktitel. Hieronder heb ik een paar foto’s bij elkaar gezocht waar ik de vrouwelijke hoofdrol op inspireer. Heeft u het al door? Het wordt geen komedie.

meneer Jansen uit Ommen

De kunst van het bloggen is volgens mij om alles wat in je hoofd opkomt direct te kunnen vertalen naar leesbare, liefst meeleefbare, tekst. Voor mijn gevoel versta ik die kunst nog niet. Gelukkig leidt dat niet tot een blog-blok of een schamele hoeveelheid publiceerbare tekst. Ik kan vrij goed gaan zitten, mijn verstand op nul zetten en lekker doortypen. Al zeg ik het zelf.

Het probleem van de vertaalslag doet zich voor bij de krabbels en losse aantekeningen die ik tussendoor maak. Als ik even een inval heb, of als ik voor het slapengaan nog even wat ´krabbeltjes´ maak. Twee voorbeelden heb ik maar even onder de scanner gelegd. De ene is de tijdlijn van de hoofdpersoon. De ander vormt een halfbakken kernkwadrant: zijn talenten, drijfveren en valkuilen.

Op dit soort dingen broeden is voor mij het belangrijkste werk. Uit deze krabbeltjes moet namelijk het voornaamste drama ontspruiten. Het conflict, het dilemma, wat dan ook: datgene wat het boek boeiend maakt. In dit stadium is dat nog abstract, slechts het vermoeden van spanning of het sluimeren daarvan.

Terwijl het drama langzaam wordt uitgebroed, schreef ik verder aan de persoonsbeschrijving van Alex (in een eerder blogbericht M. gedoopt). Bij het schrijven daarvan  verschoof mijn aandacht naar de eerste interessante bijpersonages. Een docent. En vooral een klant. Ineens was hij er: meneer Jansen uit Ommen.

Lees hier: personageschets 2