Ieder toneelstuk is een sociaal experiment onder gecontroleerde omstandigheden

2014-10-20 19.15.27

Bij het eerste toneelstuk dat ik schreef, deed ik maar wat. Ik had een paar aardige personages, wat levens-dilemma’s, een thema en zodra ik de personages bij elkaar in één ruimte zette, kwamen de woorden vanzelf. Het heette De dageraad en ging over een homo die er tegen op zag om 30 te worden. Het was warempel een heel aardig stuk, ook nu nog als ik het terug lees.

Bij ieder stuk dat ik daarna schreef had ik altijd een geheime opdracht aan mijzelf (naast de eventuele opdracht van de theatergroep waar ik het voor schreef). De Rhavian-spier draaide om status en reactie in dialogen. Zij is buiten was mijn eerste bewerking van een Griekse tragedie. Nomaden ging over het opwekken van mysterie. The temple was een experiment in parallelle verhaallijnen.

Sommige experimenten waren vrij onzichtbaar voor het publiek. Ze draaiden om een manier van schrijven. Bij andere teksten, zoals bij Nomaden, was het hele stuk er van doortrokken. Het bepaalde de toon, de sfeer, het einde. Bij dat soort stukken is het extra spannend hoe het publiek gaat reageren. Kun je mensen op de juiste momenten horen lachen of hun adem in houden. Met wat voor gevoel gaan ze de zaal uit?

Deze week is de try out van mijn jongste pennenvrucht voor het theater; De zoete geur van wrange liefde. Het schrijven van het stuk begon met twee ideeën. Ik wilde proberen zoveel mogelijk spelers, zolang mogelijk op het podium te houden. De gespeelde tijd werd daarbij 1 op 1 de vertelde tijd. Een stuk in real time. Dat is wel eens vaker gedaan, denk ik, maar niet vaak met twaalf man op het podium. Ik denk dat het goed gelukt is om te bewaken dat het helder blijft, dat de dynamiek te volgen is. Maar het is wel spannend.

Het andere idee was om eens een paar personages te gebruiken die niet iedereen waar kan nemen. Een van de personages is overleden, een ander is imaginair. Bij televisieseries is dat tegenwoordig niet ongebruikelijk. Wie Dexter of Six feet under gezien heeft, weet waar ik het over heb. Ik was benieuwd of dat op het toneel ook goed zou kunnen werken.

Een bijeffect van die veelheid aan personages is dat er veel gebeurt op het podium. Lekker veel stil spel. Blikken over en weer. Driehoekjes, verbondjes… Ik hoop dat het publiek er van zal genieten, en dat kijkers het allemaal kunnen overzien. Een rijk stuk, dat uitnodigt om het nog eens te komen zien.

Als dat gevoel ontstaat, is mijn experiment geslaagd.

 

 

Kijk op www.theatergroepaugustus.nl voor speeldata.

Bekendheid is zowel een vloek als een zegen

  

Ik zou graag bekend(er) willen zijn. Het is voor mij geen doel op zichzelf, ik zie het als een bijproduct van schrijven. Ik schrijf namelijk om gelezen te worden. Schrijven vind ik al op zichzelf leuk, maar de werkelijke voldoening ontstaat als ik weet dat de tekst gelezen wordt. Als iemand hem voor zichzelf tot leven wekt. Continue reading “Bekendheid is zowel een vloek als een zegen”

Alleen in een techniekloze omgeving bloeit het drama

Ik internet sinds ergens begin jaren ’90. Ik ben dol op sociale media. Misschien ben ik in marketingtermen, een ‘early adopter’ (in ieder geval als de financiën het toelaten). Toch zijn er momenten dat ik een hekel heb aan noviteiten. Toen het sms’en in zwang raakte, zat ineens iedereen met zijn mobiel te klooien, ook aan tafel, tijdens het tv-kijken, of tijdens een goed gesprek. Twitter volgde. Tegenwoordig heb je allerhande apps. De komst van de smartphone heeft het niet verminderd. Continue reading “Alleen in een techniekloze omgeving bloeit het drama”

‘Toneelschrijven is samenwerken’ of ‘Hoe ik er toe kwam om nog alleen maar monologen te schrijven die ik zelf opvoer’

Afgelopen jaar schreef ik in opdracht van Theatergroep Augustus een raamvertelling voor een muziektheaterproductie. Ondanks de veelheid van randvoorwaarden (of misschien wel dankzij, uit beperkingen wordt immers schoonheid geboren, toch?) is het een mooi stuk geworden. Ik zou u de titel willen noemen, maar dat is het enige punt van het stuk dat voor mijn gevoel nog niet helemaal af. Ik begon te schrijven met de praktische werktitel ‘muziektheaterstuk’. Meestal doop ik de eerste werktitel vlot om in iets waarin het onderwerp of de hoofdpersoon voorkomt. De hoofdpersoon heet Andrew. De voorstelling is een caleidoscopisch doorkijkje in musicalland. Zo werd de werktitel ‘Andrew in musicalland’ geboren. Het was met direct duidelijk dat ik de definitieve titel nog niet gevonden had. Continue reading “‘Toneelschrijven is samenwerken’ of ‘Hoe ik er toe kwam om nog alleen maar monologen te schrijven die ik zelf opvoer’”

Volgens mij ben ik geen blogger in hart en nieren

Bij aanvang van dit jaar begon ik met bloggen met als voornaamste doel de voortgang van mijn volgende roman voor lezers zichtbaar te maken en daar online over van gedachten te wisselen. Die roman staat even op de sudderplaat, maar met name naar aanleiding van mijn blogs over het schrijfproces heb ik veel leuke reacties gekregen, die me vaak prikkelden tot het schrijven van een reactie of een volgend blog. Daarnaast wilde ik bij het blog ruimte maken voor een soort portfolio. Continue reading “Volgens mij ben ik geen blogger in hart en nieren”

Op naar de waterval. Of het naaktstrand.

Als een verhaal kabbelt, is dat meestal geen goed teken, zeker als het ’t begin van een verhaal betreft. De openingsscène moet eigenlijk meteen boeien, uitnodigen om verder te lezen. Dat betekent niet dat het heftig of groots hoeft te zijn. Een verhaal kan heel voorzichtig beginnen. Dan lijkt het water te kabbelen, maar gestaag wordt de stroming sterker, tot je weet dat er verderop een waterval van Niagara-achtige proporties zal volgen. In zo’n geval is kabbelen niet erg. Continue reading “Op naar de waterval. Of het naaktstrand.”

Een hardnekkig misverstand over theater

Ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat ik de afgelopen tien jaar meer toneelstukken heb geschreven dan dat ik er in het theater heb gezien. Dat ligt voor een deel aan mij: ik heb nog zoveel meer liefhebberijen. Voor een deel ligt het ook aan wat er in de theaters te zien was. Het repertoire lijkt voor een groot deel een eindeloze herhaling van steeds dezelfde stukken. Weer diezelfde paar stukken van Shakespeare. Bijvoorbeeld. Continue reading “Een hardnekkig misverstand over theater”

Ik verklaar het af

Ik had mezelf tot doel gesteld om voor de verandering eens een echt af en gepolijst werk op te leveren. Ik heb het over de eenakter die ik heb geschreven voor de Hollandse Nieuwe 12 toneelschrijfcursus. Bij de meeste toneelstukken die ik tot noch toe schreef hikte ik lekker tegen de deadline aan. Amper stond de laatste claus op papier of het pakket moest door naar de regisseur en de spelers die ongeduldig wachtten op ´het stuk´. Zo niet deze keer. Continue reading “Ik verklaar het af”

De benodigde afstand

Begin juni is de uiterste inzenddatum voor verse tekst. Dat is een open inzending voor nieuw, nog onopgevoerd toneelwerk, georganiseerd door het platform theaterauteurs. Ik had me voorgenomen om dit als aanleiding te gebruiken om eindelijk eens iets te doen met het idee om een toneelstuk te schrijven over Willem Oltmans. Toen ik er voor ging zitten om wat dialogen en ideeën op papier te zetten, eindigde ik echter met een prachtige dialoog over een loodgieter in Zuid Frankrijk. Soms gaan verhalen een beetje met je aan de haal.

Een dubbele bypass

Twaalf readings in drie dagen. Mijn hoofd zit er nog een beetje vol van. Ik weet wel wat me te doen staat. Sabine moet eerder opkomen en Laila moet later af, zodat die twee elkaar nog treffen op het podium. Die ontmoeting levert nieuwe inzichten op: nieuwe verbanden worden zichtbaar. Met als doel dat het stuk nog beter wordt. Het voelt alsof ik een dubbele bypassoperatie ga uitvoeren.