Een avontuur als monument voor emancipatie

Leesdagboek: Confessions of the fox – Jordy Rosenberg

bol.com | Confessions of the Fox, Jordy Rosenberg | 9781786496256 | Boeken

Ik las Confessions of the Fox van Jordy Rosenberg. Ik kwam het boek op het spoor door een lijstje met aanbevolen boeken met transgender personages. Ik koop wel vaker boeken met een lhbtiq+ thema, en vaak zijn dat vrij bescheiden uitgaves van onbekende uitgeverijen. Zeker als het een ander deel van de lettersoep betreft dan ‘G/H’, als het net iets anders is dan een gevoelig (blank en West-Europees) coming of age verhaal. De pocket die ik kocht had op de omslag de aanprijzing ‘a New Yorker book of the year’. En op de eerste pagina’s een reeks ronkende woorden en lovende citaten uit recensies.

Ik heb het boek inmiddels uit en kan alleen maar zeggen dat alle lof en enthousiaste recensies waar zijn. Ik heb het boek in één ruk uitgelezen (dat wil in mijn geval zeggen; langzaam, bedachtzaam en in spaarzame uurtjes).

Confessions of the fox vertelt het verhaal van Jack Sheppard, een 18de eeuwse volksheld. Zijn verhaal is in de loop der jaren vele malen verteld. De versie die mensen wellicht het beste kennen is die van Mack ‘The Knife’ / Mackie Messer in Bertolt Bregts Driestuiversopera. Jordy Rosenberg vertelt het verhaal aan de hand van een ‘oorspronkelijk’ manuscript dat in de archieven wordt teruggevonden en van noten en commentaar wordt voorzien door ene dr R. Voth. Het verhaal van Jack, en zijn vriendin Bess, leest als een avonturenroman. Maar dan wel een moderne literaire versie, waarbij Londen geportretteerd wordt door de afkomst en klassen en seksualiteit van de personages. En de noten en aantekeningen groeien in de loop van het verhaal en vormen een vertelling op zichzelf.

Uiteindelijk wordt het boek veel meer dan een avonturenroman; het is het verhaal over mensen die leven in de marge en die de strijd moeten aangaan met de bezittende klasse, die het geld en het geweld gemonopoliseerd heeft, en die de geschiedenis naar eigen voorkeur kan schrijven of herschrijven.

Jack Sheppard en de personages om hem heen geven gezicht aan mensen die normaliter vergeten worden. De armen, het uitschot, de kruimeldieven, de hoeren, met een divers palet aan achtergrond, kleur en geslacht. Naast een buitengewoon vermakelijke en spannende avonturenroman is Confessions of the fox daarmee ook een monument voor emancipatie dat in zijn betekenis naadloos aansluit op in onze eigen tijd toegenomen zichtbaarheid van lhbtiq+ en de black lives matter beweging. Lees dit boek.

Soms lees je een boek dat je liever niet gelezen had.

Leesdagboek: In het hart van het oerwoud – Albert Sánchez Piñol

bol.com | In Het Hart Van Het Oerwoud, Albert Sanchez Pinol | 9789059360358  | Boeken

Ik had vorig jaar zin om weer eens een echt goed en lekker boek te lezen. Goed geschreven, mooie personages, literair en liefst ook nog spannend. Ik had nog veel boeken liggen, maar niets sprak me op dat moment aan. Ik speurde mijn kast af en mijn oog viel op Nachtlicht van Albert Sánchez Piñol. Ik had dat met veel plezier gelezen. Het was gevoelig en betoverend geschreven. Een modern griezelsprookje op een arctisch eiland over eenzaamheid en de strijd van de mens tegen het onkenbare. Ik vroeg me af: zou er van hem niet meer verschenen zijn?

En jawel, ik spoorde een exemplaar op van zijn tweede roman: In het hart van het oerwoud. Een dikke pil, en volgens de achterflap een literair meesterwerk in de vorm van een avonturenroman. Avonturenromans, daar ben ik dol op. Ik stapte als kind over op het lezen van volwassen boeken toen ik ontdekte dat Alexandre Dumas twee vervolgboeken had geschreven op De drie musketiers. Maar van die vervolgboeken bestond geen ‘vereenvoudigde’ kindereditie. Toen moest ik wel. Ik las alle drie de kloeke delen achter elkaar uit. En daarna de rest van het werk van Dumas. En daarna van Louis Stevenson en Walter Scott. En Jules Verne. En tal van andere klassieke vertellingen.

Soms vind ik dat gevoel van avontuur nog wel eens terug in een modern boek. Maar helaas niet zo vaak. Als het spannend en opwindend is, is het verder vaak niet zo interessant. En is het literair, dan is het verder vaak gespeend van spanning en opwinding. Ik trof maar af en toe een boek dat mijn nostalgische dorst naar avontuur wist te combineren met mijn volwassen smaak voor het literaire. De naam van de roos van Eco. De roman Long John Silver van Jörn Larsson.

Ik had goede hoop voor In het hart van het oerwoud van Albert Sánchez Piñol. Want schrijven kan die man. Vloeiende zinnen, prachtige sfeer, interessante personages. Het verhaal boeide: het voerde me allereerst naar het Londen van het begin van de twintigste eeuw en hintte naar reizen naar Kongo, op zoek naar rijkdommen. Daar verwachtte ik een plek waar de mens geconfronteerd zou worden met diepe mysteries maar uiteindelijk vooral zichzelf. Nachtlicht, had veel elementen geleend uit de griezelroman en herinnerde aan H.P.Lovecraft, maar met een meer literaire en menselijke afdronk. In mijn beleving moet je met een titel als In het hart van het oerwoud, schatplichtig zijn aan Conrads Heart of Darkness.

In Londen werd een verslag geschreven over een expeditie naar Kongo en langzaam ontspoorde daar het verhaal voor mij. Lekker vreemde zaken: mysterieuze wezens die uit de aarde naar boven kwamen. Het was allemaal wel intrigerend en spannend, maar een betekenisvolle laag kon ik er nog niet in ontdekken. De historische context was dun. Hoe de blanke avonturiers met de zwarte bevolking omgingen was bruut en moordlustig, wat Penõl op een plompverloren manier vertelde alsof er op dat gebied de afgelopen 80 jaar niets veranderd was in de wereld. Kuifje in Afrika – maar dan nog wat erger. Misschien was het satirisch of ironisch bedoeld. Maar dan miste ik ook historisch besef; verwijzingen naar hoe België in Kongo huisgehouden had. Ik moest er maar op vertrouwen dat de schrijver in de rest van het boek alsnog rekenschap zou geven van de koloniale thema’s die hij aanraakte. Het was hard werken om het boek niet weg te leggen.

Een schrijver krijgt aan het begin van het boek veel krediet van een lezer. In het Engels heb je daar de term ‘the suspension of disbelief’ voor. Maar Piñol had halverwege zijn eindeloze verslag van bloedige en ondergrondse avonturen in Kongo mijn krediet al geheel opgesoupeerd. Waarom ik doorlas weet ik niet precies – ik denk om te zien of hij alle losse eindjes op de een of andere manier nog aan elkaar zou weten te knopen.

Helaas. Hij doet wel een poging. Het komt er uiteindelijk op neer: het was allemaal verzonnen. En tussen de regels door beschuldigt Penõl de lezer van goedgelovigheid. Maar reflectie op de thema’s die hij aanraakt – nee hoor. Enige beschouwing over de beschaafde mens in de wildernis? Iets over orde versus chaos? Een verwijzing naar Conrad? Een snufje Nietzsche? Nee, veel meer dan ‘schrijvers zijn allemaal leugenaars en fantasten’ heeft Piñol niet te melden. Oh gottegottegot. Wat een ongelooflijk slap einde.

Het is, zoals de achterflap belooft, een roman over fantasie en vertrouwen. Maar in de fantasie verliest de schrijver zich veel te lang in een simplistisch koloniaal wereldbeeld. Hij bedt het verhaal niet in in de belevingswereld van zijn moderne lezer. Hij onderschat die lezer en beschaamt diens vertrouwen. Hij lijkt daarbij te vergeten dat met zijn fantasie en het vertrouwen van de lezer hij een boek had kunnen schrijven dat raakt aan het hart van onze tijd, maar hij blijft steken bij vaagjes navelstaren over zijn eigen rol als schrijver. Een mislukt boek.

Het vergalde mijn leesplezier dusdanig dat ik meer dan een jaar geen enkele andere roman las.

Toen ik dat wel weer deed, was het gelukkig wel ‘raak’. Ik las ‘Confessions of the fox’ van Jordy Rosenberg, maar daarover een dezer dagen meer.