Als je maar gelukkig wordt – het gif dat bezorgdheid heet

Heb je wel eens iets gedaan waarvan je dacht: dit is goed. Een moment van bevrijding. Je kwam dichter bij jezelf. Waarheid en zelfinzicht voerden de boventoon… En dat juist op dat moment anderen je verschrikt, meewarig, meelijwekkend of bezorgd aanstaarden. Met zo’n blik van: hier wordt je leven niet beter van. Als dit maar goed komt…

Iedereen die een coming-out heeft gehad heeft denk ik zo’n moment gehad. Er zijn geen negatieve reacties voor nodig. Tegen echt negatieve reacties kan je je verweren door je af te sluiten of er tegenin te gaan. Vluchten of vechten. Maar ook (en soms juist) de kleinere en onuitgesproken momenten van schrik en afwijzing kunnen traumatisch zijn.

Want wat doe je met de teleurstelling, de bezorgdheid en het medelijden van de mensen die om je geven. Daar is geen verweer tegen. Mildheid past, want het is allemaal goed bedoeld. Een beetje bezorgdheid kan zelfs terecht zijn: om het risico op discriminatie, of bijvoorbeeld aids. Een beetje schrik en bezorgdheid bij ouders en vrienden mag je niet veroordelen. Maar het helpt je niet, en dat mag ook gezegd worden.

Teleurstelling, bezorgdheid en medelijden: het is allemaal ballast. Ongewenste cadeautjes waar je geen plek voor hebt en die niet bij je passen. Je kunt er niet voor vluchten, zonder afstand te nemen van je familie of vrienden. Je kunt niet vechten zonder het risico op een breuk in de relatie. Het is wellicht ook zinloos: je krijgt niet uitgelegd waarom mensen niet bezorgd moeten zijn. Maar je kunt de last van hun oordeel en emoties ook niet accepteren, zonder er zelf onder gebukt te gaan.

In zijn extreme vorm is bezorgdheid giftig. Je ziet heden ten dage steeds vaker zelfbenoemde ‘bezorgde ouders’ die tegen iedere vorm van seksuele of maatschappelijke voorlichting op school zijn. Ze willen niet dat hun kind ‘zo’ wordt. En zelfs niet dat het er ooit over hoort. De meest elementaire kennis over de ontwikkeling van kinderen wordt daarmee ontkent. Nieuwsgierigheid zoekt zijn weg. Wat in de aard zit zal er op een gegeven moment uitkomen. Het enige wat deze ouders bereiken, is dat hun kinderen bij gebrek aan voorlichting en voorbeelden diepongelukkig raken.

Ik denk en hoop dat dit vooralsnog uitwassen zijn. Of het nu via school, bibliotheekboeken, televisie of social media gaat; vroeger of later zal iedereen een eigen weg vinden. Gradaties van bezorgdheid, afkeuring of schrik zullen er vrijwel altijd wel zijn, zolang er verwachtingen en rollenpatronen bestaan. Het enige wat je kunt hopen is dat de initiële reactie snel wegebt en plaatsmaakt voor vreugde, trots en stimulans, als de mensen om je heen zien dat jij gelukkiger bent. Als ze zien dat het beter met je gaat als je jezelf kunt zijn en je eigen weg mag zoeken.

Ik heb zelf het geluk gehad dat het in de meeste gevallen zo liep. Mijn ouders hebben me na wat gepaste bezorgdheid bedolven onder een niet aflatende golf van trots en liefde. Een paar vrienden ben ik wel kwijtgeraakt.

Maar wat de reacties ook zijn: het is geen reden om in de kast te blijven zitten. Het is daar soms even veilig: als je voor jezelf nog dingen op een rijtje wilt krijgen. Of als je eerst wilt groeien of weerbaarder wilt zijn. Maar uiteindelijk wil je open kunnen zijn over wie je bent en op wie je valt. En het leven leiden dat bij je past.

In onze maatschappij moet iedereen zichzelf mogen zijn.  En daar vrijelijk voor uit kunnen komen. Ook op werk, studie of school. Onbelemmerd en zonder zorg over afkeuring. Nu is dat nog een utopie en de afgelopen jaren is de situatie eerder verslechterd dan verbeterd.

Morgen is het Paarse Vrijdag – een dag die er hopelijk aan bijdraagt dat iedereen zichzelf kan zijn – en daar op een zelfgekozen moment voor uit kan komen. Zonder negatieve reacties, in wat voor vorm dan ook.

Het fenomeen Paarse Vrijdag bestond nog niet in de tijd dat ik zelf op de middelbare school zat. Ik schreef een jeugdnovelle over die tijd met de titel Zwijgen is zilver. Daarover meer in de tweede helft van dit blog-tweeluik. Je kunt er maar beter voor uitkomen.

Een avontuur als monument voor emancipatie

Leesdagboek: Confessions of the fox – Jordy Rosenberg

bol.com | Confessions of the Fox, Jordy Rosenberg | 9781786496256 | Boeken

Ik las Confessions of the Fox van Jordy Rosenberg. Ik kwam het boek op het spoor door een lijstje met aanbevolen boeken met transgender personages. Ik koop wel vaker boeken met een lhbtiq+ thema, en vaak zijn dat vrij bescheiden uitgaves van onbekende uitgeverijen. Zeker als het een ander deel van de lettersoep betreft dan ‘G/H’, als het net iets anders is dan een gevoelig (blank en West-Europees) coming of age verhaal. De pocket die ik kocht had op de omslag de aanprijzing ‘a New Yorker book of the year’. En op de eerste pagina’s een reeks ronkende woorden en lovende citaten uit recensies.

Ik heb het boek inmiddels uit en kan alleen maar zeggen dat alle lof en enthousiaste recensies waar zijn. Ik heb het boek in één ruk uitgelezen (dat wil in mijn geval zeggen; langzaam, bedachtzaam en in spaarzame uurtjes).

Confessions of the fox vertelt het verhaal van Jack Sheppard, een 18de eeuwse volksheld. Zijn verhaal is in de loop der jaren vele malen verteld. De versie die mensen wellicht het beste kennen is die van Mack ‘The Knife’ / Mackie Messer in Bertolt Bregts Driestuiversopera. Jordy Rosenberg vertelt het verhaal aan de hand van een ‘oorspronkelijk’ manuscript dat in de archieven wordt teruggevonden en van noten en commentaar wordt voorzien door ene dr R. Voth. Het verhaal van Jack, en zijn vriendin Bess, leest als een avonturenroman. Maar dan wel een moderne literaire versie, waarbij Londen geportretteerd wordt door de afkomst en klassen en seksualiteit van de personages. En de noten en aantekeningen groeien in de loop van het verhaal en vormen een vertelling op zichzelf.

Uiteindelijk wordt het boek veel meer dan een avonturenroman; het is het verhaal over mensen die leven in de marge en die de strijd moeten aangaan met de bezittende klasse, die het geld en het geweld gemonopoliseerd heeft, en die de geschiedenis naar eigen voorkeur kan schrijven of herschrijven.

Jack Sheppard en de personages om hem heen geven gezicht aan mensen die normaliter vergeten worden. De armen, het uitschot, de kruimeldieven, de hoeren, met een divers palet aan achtergrond, kleur en geslacht. Naast een buitengewoon vermakelijke en spannende avonturenroman is Confessions of the fox daarmee ook een monument voor emancipatie dat in zijn betekenis naadloos aansluit op in onze eigen tijd toegenomen zichtbaarheid van lhbtiq+ en de black lives matter beweging. Lees dit boek.

Soms lees je een boek dat je liever niet gelezen had.

Leesdagboek: In het hart van het oerwoud – Albert Sánchez Piñol

bol.com | In Het Hart Van Het Oerwoud, Albert Sanchez Pinol | 9789059360358  | Boeken

Ik had vorig jaar zin om weer eens een echt goed en lekker boek te lezen. Goed geschreven, mooie personages, literair en liefst ook nog spannend. Ik had nog veel boeken liggen, maar niets sprak me op dat moment aan. Ik speurde mijn kast af en mijn oog viel op Nachtlicht van Albert Sánchez Piñol. Ik had dat met veel plezier gelezen. Het was gevoelig en betoverend geschreven. Een modern griezelsprookje op een arctisch eiland over eenzaamheid en de strijd van de mens tegen het onkenbare. Ik vroeg me af: zou er van hem niet meer verschenen zijn?

En jawel, ik spoorde een exemplaar op van zijn tweede roman: In het hart van het oerwoud. Een dikke pil, en volgens de achterflap een literair meesterwerk in de vorm van een avonturenroman. Avonturenromans, daar ben ik dol op. Ik stapte als kind over op het lezen van volwassen boeken toen ik ontdekte dat Alexandre Dumas twee vervolgboeken had geschreven op De drie musketiers. Maar van die vervolgboeken bestond geen ‘vereenvoudigde’ kindereditie. Toen moest ik wel. Ik las alle drie de kloeke delen achter elkaar uit. En daarna de rest van het werk van Dumas. En daarna van Louis Stevenson en Walter Scott. En Jules Verne. En tal van andere klassieke vertellingen.

Soms vind ik dat gevoel van avontuur nog wel eens terug in een modern boek. Maar helaas niet zo vaak. Als het spannend en opwindend is, is het verder vaak niet zo interessant. En is het literair, dan is het verder vaak gespeend van spanning en opwinding. Ik trof maar af en toe een boek dat mijn nostalgische dorst naar avontuur wist te combineren met mijn volwassen smaak voor het literaire. De naam van de roos van Eco. De roman Long John Silver van Jörn Larsson.

Ik had goede hoop voor In het hart van het oerwoud van Albert Sánchez Piñol. Want schrijven kan die man. Vloeiende zinnen, prachtige sfeer, interessante personages. Het verhaal boeide: het voerde me allereerst naar het Londen van het begin van de twintigste eeuw en hintte naar reizen naar Kongo, op zoek naar rijkdommen. Daar verwachtte ik een plek waar de mens geconfronteerd zou worden met diepe mysteries maar uiteindelijk vooral zichzelf. Nachtlicht, had veel elementen geleend uit de griezelroman en herinnerde aan H.P.Lovecraft, maar met een meer literaire en menselijke afdronk. In mijn beleving moet je met een titel als In het hart van het oerwoud, schatplichtig zijn aan Conrads Heart of Darkness.

In Londen werd een verslag geschreven over een expeditie naar Kongo en langzaam ontspoorde daar het verhaal voor mij. Lekker vreemde zaken: mysterieuze wezens die uit de aarde naar boven kwamen. Het was allemaal wel intrigerend en spannend, maar een betekenisvolle laag kon ik er nog niet in ontdekken. De historische context was dun. Hoe de blanke avonturiers met de zwarte bevolking omgingen was bruut en moordlustig, wat Penõl op een plompverloren manier vertelde alsof er op dat gebied de afgelopen 80 jaar niets veranderd was in de wereld. Kuifje in Afrika – maar dan nog wat erger. Misschien was het satirisch of ironisch bedoeld. Maar dan miste ik ook historisch besef; verwijzingen naar hoe België in Kongo huisgehouden had. Ik moest er maar op vertrouwen dat de schrijver in de rest van het boek alsnog rekenschap zou geven van de koloniale thema’s die hij aanraakte. Het was hard werken om het boek niet weg te leggen.

Een schrijver krijgt aan het begin van het boek veel krediet van een lezer. In het Engels heb je daar de term ‘the suspension of disbelief’ voor. Maar Piñol had halverwege zijn eindeloze verslag van bloedige en ondergrondse avonturen in Kongo mijn krediet al geheel opgesoupeerd. Waarom ik doorlas weet ik niet precies – ik denk om te zien of hij alle losse eindjes op de een of andere manier nog aan elkaar zou weten te knopen.

Helaas. Hij doet wel een poging. Het komt er uiteindelijk op neer: het was allemaal verzonnen. En tussen de regels door beschuldigt Penõl de lezer van goedgelovigheid. Maar reflectie op de thema’s die hij aanraakt – nee hoor. Enige beschouwing over de beschaafde mens in de wildernis? Iets over orde versus chaos? Een verwijzing naar Conrad? Een snufje Nietzsche? Nee, veel meer dan ‘schrijvers zijn allemaal leugenaars en fantasten’ heeft Piñol niet te melden. Oh gottegottegot. Wat een ongelooflijk slap einde.

Het is, zoals de achterflap belooft, een roman over fantasie en vertrouwen. Maar in de fantasie verliest de schrijver zich veel te lang in een simplistisch koloniaal wereldbeeld. Hij bedt het verhaal niet in in de belevingswereld van zijn moderne lezer. Hij onderschat die lezer en beschaamt diens vertrouwen. Hij lijkt daarbij te vergeten dat met zijn fantasie en het vertrouwen van de lezer hij een boek had kunnen schrijven dat raakt aan het hart van onze tijd, maar hij blijft steken bij vaagjes navelstaren over zijn eigen rol als schrijver. Een mislukt boek.

Het vergalde mijn leesplezier dusdanig dat ik meer dan een jaar geen enkele andere roman las.

Toen ik dat wel weer deed, was het gelukkig wel ‘raak’. Ik las ‘Confessions of the fox’ van Jordy Rosenberg, maar daarover een dezer dagen meer.

Minimaal tien redenen om meer korte verhalen te lezen

WP_001847

Sinds kort heb ik een e-reader en ik kocht direct mijn eerste e-book: het korte, prijswinnende, fantasy verhaal Sater van Bo Balder (reden 1). Ik had in de bundel Ganymedes 13 (2) een bijdrage van haar gelezen die naar méér smaakte en deze maand publiceerde uitgeverij Link het verhaal Sater als e-boek. Het is een prachtig verhaal  over een chemisch gecastreerde sater in Amsterdam. Ik houd wel van dat universum; het lijkt een fantastische en licht karikaturale versie van ons hedendaags Nederland. Het lijkt iets dystopischers, maar Bo Balders schrijfstijl is plezierig licht. Veel meer valt er over een kort verhaal niet te melden; het is puntgaaf. Leest u het zelf maar.

Het schijnt helemaal goed te komen met het korte verhaal. Ik las het op facebook, dus het is waar. Iemand had een foto van de volkskrant gepost met een bericht van die strekking. Een paar jaar terug was het korte verhaal nog op sterven na dood. Bundels met korte verhalen verkochten niet en werden in het oeuvre van een auteur niet echt meegeteld. Ik was een paar jaar terug bij een optreden van Annelies Verbeke. Degene die haar introduceerde zei dat zij drie romans geschreven had. ´En een verhalenbundel,´ (3) voegde zij daar zelf aan toen. Ze verbaasde zich erover dat die altijd vergeten werd. Je  stopt daar als schrijver toch hetzelfde, of meer, werk in als in een roman. Het heeft toch dezelfde literaire waarde.

Inmiddels verscheen haar tweede verhalenbundel. (4) Ik weet niet of Annelies Verbeke al anders aangekondigd wordt, maar het landschap van het korte verhaal ziet er iets anders uit. Niet héél anders. De bundels halen nog steeds niet de bestsellerlijsten. Maar er wordt wel positiever over gesproken.

Zou het komen door fruitige, jonge schrijvers als Maartje Wortel (5) die gestaag het literaire landschap veroveren? Helpt het dat Thomas Verbogt zijn herinneringen aan Frans Kusters (6) publiceerde, met een keus uit dienst korte verhalen? Of komt het door het uitreiken van de Nobelprijs voor de literatuur aan Alice Munro? (7) Het zal allemaal bijdragen.

Wellicht is het meest van invloed dat ons leesgedrag schijnt te veranderen. Is uw leesgedrag al veranderd? Ik heb er bij mijzelf niet veel van gemerkt, maar er schijnt onderzoek naar gedaan te zijn. Gebruik van internet en nieuwe media schijnt ons lezen vluchtiger te maken, meer gericht op het lezen van korte teksten. En uitgeverijen spelen in op die trend, met het publiceren van meer korte verhalen. Het aardige van een e-reader is dan dat het financieel risico om iets uit te geven lager is. En er is geen economische reden meer om verhalen per se gebundeld uit te geven. En met dat als vertrekpunt komt een uitgever als Link met een short fiction serie (8).

Ze zijn nog wel behept met de Nederlandse gewoonte om e-boeken veel te duur te maken. EUR 2,99 voor een verhaal van minder dan 10.000 woorden. Je leest het in minder dan een half uur uit. Zo´n aanschaf doe ik één keer, om eens uit te proberen, maar ik lees te veel en te graag om dat vaker te doen. Die prijs moet in mijn beleving naar 1 euro (eventueel in de vorm van een abonnement of strippenkaart) om de verkoopaantallen naar serieuze hoogtes op te stuwen.

Tot die tijd gebruik ik mijn e-reader waar ik hem in eerste instantie voor in huis haalde. Om backlist boeken op te lezen die maar sporadisch herdrukt worden en die ik antiquarisch niet makkelijk kan krijgen. Dus (her)lees ik straks in ieder geval het werk van Lord Dunsany (9) en Clark Ashton Smith (10). Die schreven ook short fiction, en stonden aan het begin van een traditie die nooit helemaal is weggeweest en zijn weg naar de lezer zal blijven vinden, via wat voor medium dan ook.

Laat al je boeken weer eens door je handen gaan

We hebben dit weekend onze bibliotheek uitgeruimd. Hij zat vol. Niet alleen vol met boeken, maar ook met bordspellen, puzzels, kunst en allerhande prullaria. Toch was de voornaamste reden om hem leeg te ruimen en op te ruimen niet het ruimtegebrek, maar het onzalige plan om de kasten toch maar ivoor wit te schilderen in plaats van plechtig bruin.

Er is een opmerkelijke parallel met mijn werk. Sinds februari heb ik – naast mijn schrijf- en uitgeefactiviteiten – een jaarcontract bij Biblioplus, de bibliotheekorganisatie voor het land van Cuijk en Maasduinen. Daar mag ik de herinrichting van al hun vestigingen in goede banen leiden.

Zo was het afgelopen maand een drukte van belang in de bibliotheek van Bergen. Boeken uit de kasten, meubels verplaatsen, boeken weer in de kasten. De boel opschonen, opfrissen en opleuken. Het eindresultaat is een kleinere bieb, die als het goed is het publiek toch evengoed (of zelfs nog wat beter) kan bedienen dan voorheen. Concentreren op de populaire titels, weglaten wat toch zelden wordt uitgeleend.

Niet alle biebs worden kleiner. In Cuijk en Boxmeer ontstaan in de loop van dit jaar vestigingen met een regio functie. Een plusbibliotheek die een complete collectie biedt: een inspirerend uitje voor de liefhebber. Die bibliotheken krijgen er helaas geen vierkante meters bij. Aan mij dus de kunst om met veel creativiteit alles een plek te geven. Niet alleen boeken, maar ook dvd’s, speelgoed, bladmuziek, internet, tablets en ereaders. Te veel om op te noemen.

En vooral daarin dringt de vergelijking met onze huisbibliotheek zich op. Als we straks uitgeschilderd zijn, willen we alles weer een plek geven. Op hetzelfde aantal schappen. En we willen ook nog boeken bij kunnen kopen. Met een beetje creativiteit moet daar plek voor zijn. En voor de dvd’s. En de kunst. En de bordspellen.

Vier rare redenen om een boek niet uit te lezen

Als ik boeken niet uit lees, dan is dat meestal niet omdat ik het slechte boeken vind. Soms vind ik ze zelfs prachtig. Het zijn vaak kleine, rare dingen die me van het uitlezen afhouden. Gewassen vlees vond ik bijvoorbeeld prachtig, maar het was te dik en te zwaar. Werkelijk een heel onhandig boek om vast te houden. Bij iedere zin dacht ik eerst ‘ik krijg lamme armen’ voor ik genoot van de pracht van het proza. Ik had het exemplaar tweedehands gekocht en het rook ook nog een beetje naar natte hond. Dat maakte het er niet beter op. Continue reading “Vier rare redenen om een boek niet uit te lezen”

Ik adviseer met klem: lees nooit zomaar iets van die of die

Met amper twintig boeken per jaar vind ik dat ik weinig lees. Ik vind lezen leuk, maar het vraagt een soort rust die ik maar af en toe vind, een half uurtje voor het slapen gaan. Daarbij lees ik ook nog eens niet zo snel. Ik koester de gedachte dat dat komt doordat ik wel heel aandachtig lees. Continue reading “Ik adviseer met klem: lees nooit zomaar iets van die of die”

Hoe Brusselmans langzaam stopte met schrijven

Lezersdagboek: Van drie tot zes

Je hoeft geen fan van hem te zijn om te erkennen dat Herman Brusselmans een handvol prachtige boeken heeft geschreven, zoals het destijds veelbelovende Zijn er kanalen in Aalst, of de zogenaamd hilarische Guggenheimerboeken, of het schrijnende De droogte, waarmee hij nog geen tien jaar terug op de proppen kwam en dat zo mooi de half ontverfde en troosteloze kant van het Vlaamse leven beschrijft. Continue reading “Hoe Brusselmans langzaam stopte met schrijven”