30 jaar songtekst The King in Yellow

Rood Adeo en Nighthawks at the Diner in Café de Cantine, Nijmegen, ca 1995

Liever luisteren? Dit blog is ook beschikbaar als Audioblog.

In juli 1995 schreef ik de songtekst The King in Yellow voor Rood Adeo en de band Nighthawks at the Diner. Het werd het openingsnummer op hun eerste album Fools Tango (hier op youtube en spotify). Rood heeft het nummer vaak op het podium gebracht en iedere keer werd het publiek geraakt. Er zijn diverse prachtige liveopnames. Hieronder in een player een opname uit eind jaren 90 in Antwerpen. En daaronder voor de liefhebber ook een bootleg uit 1995, opgenomen in café The Shuffle.

Inspiratie

Het verhaal is natuurlijk veel meer dan dertig jaar oud. R.W.Chambers publiceerde zijn verhalenbundel The King in Yellow in 1895. Het zijn voor een deel bovennatuurlijke griezelverhalen. Eén van de verbindende elementen is het fictieve theaterstuk The King in Yellow. Wie het stuk alleen al leest wordt waanzinnig. De Koning in het Geel is een bovennatuurlijke entiteit waar slechts naar gehint wordt. Waar het stuk precies over gaat, blijft gissen; er wordt slechts in spaarzame tekstfragmenten en gedichten naar gehint.

Met de songtekst probeerde ik verhaalelementen over The King in Yellow die je uit het werk van Chambers kunt afleiden samen te brengen. Op een gemaskerd bal danst Camilla met een Koning in het Geel. Als aan het eind van de avond de maskers afgaan, blijkt het gruwelijke gelaat van de koning geen masker, maar zijn werkelijke verschijning. Het is een fabel: wie altijd maar in het goede van de mens gelooft kan bedrogen uitkomen. Niet iedere ruwe bolster heeft een blanke pit.

Of Chambers het zo bedoeld heeft weet ik natuurlijk niet, maar zo spreekt het verhaal in ieder geval uit de songtekst. De melodie van Rood voert je mee naar het gemaskerd bal en versterkt de nostalgische en tragische lagen in de tekst. Zijn omfloerste stemgeluid en het vermogen om het verhaal echt te vertellen maken het nummer keer op keer het luisteren waard.

Hertaling

In de loop der jaren stopte ik met het schrijven van songteksten. Ik schreef proza en theaterteksten alleen in het Nederlands. Voor theatergroep Augustus hertaalde ik wel veel nummers. Dat bracht me op het idee om ook mijn eigen tekst eens naar het Nederlands om te zetten. In onderstaand document staat aan de linker kant de oorspronkelijke tekst zoals ik hem in 1995 schreef. Die wijkt op wat kleine punten af van de tekst zoals die in het CD-boekje van Fools Tango staat. De gezongen versies kennen nog wat meer variatie. Rechts staat de hertaling die ik nu gemaakt heb. Zoals bij hertalingen gebruikelijk heb ik me vrijheden gepermitteerd. Uiteindelijk blijven het verhaal en de sfeer bewaard. Het is gelukt nog vrij dicht bij het origineel te blijven. De Nederlandse tekst valt daarbij vrijwel moeiteloos in de oorspronkelijke melodie van Rood. Daar is nog geen opname van – hopelijk komt dat er nog eens van.

Voor in de agenda

Bij het verschijnen van Heimwee naar het onbekende, de verzamelde prozagedichten van Clark Ashton Smith organiseer ik twee activiteiten in het Poëziecentrum Nederland. Op 8 september een Close Reading en op 3 november een boekpresentatie. Hieronder staan de teksten voor de persberichten die de komende weken de deur uit gaan. Zet het maar vast in je agenda en zegt het voort!

Persbericht

Voor het eerst verschijnen de prozagedichten van Clark Ashton Smith (1893–1961) in Nederlandse vertaling. Smith staat om zijn poëzie bekend als ‘the last of the great romantics’. Om zijn proza is hij bekend als een pionieer in fantasy en science ficiton. In zijn bijzondere prozagedichten komen beide werelden samen. Het is een kruispunt in de literatuur.

Bij gelegenheid van de verschijning organiseert de vertaler, Frank Norbert Rieter, in samenwerking met Poëziecentrum Nederland aldaar twee activiteiten.

donderdag 8 september

Close Reading van de prozagedichten van Clark Ashton Smith

Samen met vertaler Frank Norbert Rieter duik je in de teksten om alle lagen van Smith’s poëtische schrijfstijl te doorgronden. Het is zowel een kennismaking met het werk van Smith als tevens een verkenning in de thema’s en het taalgebruik van de romantiek. Aan de hand van diverse passages worden ontleningen en verwijzingen naar andere werken zichtbaar gemaakt.

Aanmelden: hallo@franknorbertrieter.nl

Aanvang 19.00 u

Bijdrage: 5 euro p.p.

Locatie:

Poëziecentrum Nederland

Mariënburg 29

6511 PS Nijmegen

https://www.poeziecentrumnederland.nl/

donderdag 3 november

Lezing en boekpresentatie ‘Heimwee naar het onbekende’,

De Nederlandse uitgave van de prozagedichten van Clark Ashton Smith wordt ten doop gehouden in het sfeervolle Poëziecentrum Nederland. Het werk wordt ingeleid met een lezing, geïllustreerd met beeldmateriaal, tekstvoorbeelden en uiteraard de nodige onderhoudende anekdotes en saillante details.

Aanvang 19.00 u

Toegang gratis (of een vrijwillige bijdrage voor het PcN)

Deze activiteiten worden natuurlijk ook opgenomen in de agenda van schrijvenonline.nl

De thema’s van Clark Ashton Smith

De afgelopen paar jaar werkte ik aan Heimwee naar het onbekende, een vertaling van de verzamelde prozagedichten van Clark Ashton Smith. Later dit jaar verschijnt een gebonden editie en de voorinschrijving annex crowdfunding daarvoor staat inmiddels open.

Iemand zou me kunnen vragen: ‘Dat werk van die Clark Ashton Smith, waar gaat dat eigenlijk over?’ Hij behandelt een veelheid aan onderwerpen en thema’s, en wie al zijn werk leest ontwaart daar wel een patroon in. Ik heb getracht van die elementen in een overzichtelijk lijstje te maken.

  1. Het verlangen naar verre werelden en andere tijden. Dit is in beginsel een vrij klassiek romantisch thema. Onderwerpen uit de Griekse mythologie, fabels uit het verre oosten en steden uit de verhalen van duizend-en-een-nacht passeren zowel in zijn proza als in zijn poëzie regelmatig de revue. In tegenstelling tot veel andere romantische schrijvers verheerlijkt Smith die tijden en plaatsen meestal niet. Hij wekt wel een gevoel van weemoed en verlangen op naar wat ver en verloren is, maar hij maakt het niet mooier dan het hoeft te zijn. Sterker nog: vaak benadrukt hij hoezeer het vervallen is; van al dat schoons is niet veel over. Daarin toont Smith dat hij, ondanks zijn weelderige schrijfstijl, de romantiek ook een beetje voorbij is en er als schrijver van de 20ste eeuw op reflecteert. Goede voorbeelden zijn de prozagedichten Het heengaan van Aphrodite en Narcissus, maar ook bijvoorbeeld Chinoiserie.
  2. Het kosmische & de droom. Smith kiest vaak voor het grote plaatje en het verre perspectief. We bewegen ons in een onmetelijk universum en door eonen van tijd. De schrijver is daarin zowel de alwetende schepper als een nietig en onbeduidend vlekje. Typische voorbeelden zijn Uit de krochten van het geheugen (zie citaat bovenaan) en De kristallen. Vaak wordt dit perspectief gecombineerd met de droom en het onderbewuste. Ik had het als twee verschillende thema’s kunnen benoemen, maar bij Smith liggen ze zo dicht bij elkaar, en vloeien zozeer in elkaar over, dat ik ze bij voorkeur als één benoem. Juist de droom en de fantasie vormen de poort naar het echte verre of kosmische perspectief.
  3. Het bizarre en vervreemdende. Het verlangen naar verre werelden en andere tijden wordt regelmatig vermengd met het kosmische perspectief. Smith kiest onderwerpen en werelden en plaatst ze in vroege tijden of juist in de nadagen van ons zonnestelsel. In zijn korte verhalen doet hij dat op de verloren continenten Poseidonis en Atlantis en in de toekomstige wereld Zothique. Die plekken en verhalen zijn zo ver dat het vreemde en bizarre de boventoon voert. Dit kenmerkt het merendeel van zijn korte verhalen en is ook in zijn prozagedichten soms terug te vinden. De bloemenduivel is een goed voorbeeld. De openingszin; “In een font van porfier, op de top van een pilaar van serpentijn, heeft het ding sinds de oertijd bestaan, in de tuin van de koningen die heersen over equatoriaal gebied op de planeet Saturnus.”
  4. De liefde. Gelukkig is niet alles kosmisch of bizar. Een wezenlijk thema bij Smith is de liefde. Als er iets is dat hoop en zin geeft is het de liefde en het menselijk verlangen daarnaar. Niet altijd is de liefde hoopvol of gespeend van ironie; regelmatig is de liefde verloren of onbereikbaar. Maar er is ook menig gedicht dat enkel de liefde en het verlangen beschrijft, zonder de bijsmaak van rouw of wanhoop. Kijk uit naar de prozagedichten De litanie van de zeven kussen en (ondanks de titel) De verschrikking van de woestenij en Offergave.
  5. Humor, en dan vooral: de ironie. Als je humor moet aanwijzen of uitleggen is als snel de aardigheid eraf. Maar bij Smith helpt het wel om de lezer een beetje op weg te helpen, want de humor komt in de vorm van ironie, die vaak erg situationeel is, en waarvoor je de tekst een beetje in zijn historische context moet plaatsen. In de tekst Narcissus beschrijft Smith de Griekse held starend in een poel nogal beduimeld water. Dat vind ik op zichzelf al vrij hilarisch, bij de gedachte dat van oudsher Narcissus wordt afgebeeld naast kristalhelder water, waarin hij verliefd naar zijn eigen beeltenis kan staren. En in het vervolg van het vers schrijft Smith niet veel meer dan ‘en als hij in de weerspiegeling zijn eigen gelaat en ogen vindt, zal hij ook zelf wel zien dat hij niet helemaal goed snik is’. Maar dat dan in prachtige volzinnen. Het is de moeite waard om de teksten van Smith te lezen en alert te zijn op milde satire en speelse relativeringen. Lees bijvoorbeeld ook Het heengaan van Aphrodite en De Demon, de Engel en Schoonheid door die bril. Bij sommige teksten is de humor toegankelijker zoals bij de dialoog Het lijk en het skelet.

Zonder twijfel zijn er nog andere onderwerpen en thema’s in het werk van Smith te ontdekken. En sommige thema’s kun je verder splitsen of onderverdelen. Tot slot moet ik benoemen dat de rode draad door al die thema’s heen het taalgebruik van Smith is. Dit is het meest kenmerkend. Hij schrijft zelf over zijn schrijfstijl; ‘Mijn eigen bewuste ideaal is de lezer te misleiden tot het aanvaarden van een onmogelijkheid, of een reeks van onmogelijkheden, door middel van een soort verbale zwarte magie, waarbij ik gebruik maak van proza-ritme, metafoor, vergelijking, klankkleur, contrapunt en andere stilistische middelen, als een soort bezwering.’

Dus wie mij vraagt waar het werk van Smith over gaat, moet ik eigenlijk, al dan niet met enige ironie, antwoorden: verwacht niets dan betoverd te worden.