‘Toneelschrijven is samenwerken’ of ‘Hoe ik er toe kwam om nog alleen maar monologen te schrijven die ik zelf opvoer’

Afgelopen jaar schreef ik in opdracht van Theatergroep Augustus een raamvertelling voor een muziektheaterproductie. Ondanks de veelheid van randvoorwaarden (of misschien wel dankzij, uit beperkingen wordt immers schoonheid geboren, toch?) is het een mooi stuk geworden. Ik zou u de titel willen noemen, maar dat is het enige punt van het stuk dat voor mijn gevoel nog niet helemaal af. Ik begon te schrijven met de praktische werktitel ‘muziektheaterstuk’. Meestal doop ik de eerste werktitel vlot om in iets waarin het onderwerp of de hoofdpersoon voorkomt. De hoofdpersoon heet Andrew. De voorstelling is een caleidoscopisch doorkijkje in musicalland. Zo werd de werktitel ‘Andrew in musicalland’ geboren. Het was met direct duidelijk dat ik de definitieve titel nog niet gevonden had.

Bij oplevering van de tekst had ik nog niks beters verzonnen. Een goede noodoplossing in zo’n geval is om de een of andere zinsnede uit het stuk tot titel te bombarderen. De hoofdpersoon krijgt op een goed moment de bijnaam Tracas, om zijn niet aflatende plankenkoorts. Zo ontstond ter elfder uren het idee om het stuk Tracas te dopen.

Helaas wist niemand bij de theatergroep wat Trac of Tracas betekende. Het betekent zoveel als plankenkoorts of ‘iemand die zich druk maakt over onbenulligheden’. Omdat er een meerderheid bleek te zien die erg hechtte aan een begrijpelijke titel werd bij aanvang van het repetitieproces de volgende titel boven het stuk geplaatst: ‘Plankenkoorts of hij die zich druk maakt over onbenulligheden.’

We zouden het er later nog wel verder over hebben als de pr-machine zou gaan lopen.

Ik maakte me een beetje zorgen toen ik begreep dat niet iedereen binnen de groep het geheel als titel zag, maar het lange toegevoegde deel een echte ondertitel vond, die in een minuscuul font onder de ‘echte’ titel ‘Plankenkoorts’ geplaatst zou worden. Ik zou mezelf liever in de orkestbak storten dan ooit een stuk met de suffige titel ‘plankenkoorts’ af te leveren. De idioot lange toevoeging maakte in mijn ogen het geheel als titel nog wel acceptabel.

Inmiddels is ‘later’ aangebroken en heb ik mezelf in de tussentijd als vrijwilliger bij de theatergroep gemeld om de pr te helpen verzorgen. Zo houd ik het nog een beetje in eigen hand en met een beetje creativiteit smoelt zo’n halfbakken titel op de poster nog heel aardig.

 

Lees hier een fragment uit het stuk:

https://franknorbertrieter.nl/theaterteksten/plankenkoorts-of/

Geef een reactie