Lezersdagboek: Godenslaap

Tijdens onze vakantie kregen we het bericht dat tante Dien was overleden. Ze was de peettante van mijn vader en ze was op 26 mei 99 jaar geworden. Ik moest af en toe aan haar denken terwijl ik het boek las waar ik in bezig was en ik realiseerde me dat ze van 1912 was. Haar eerste herinneringen moeten zijn terug gegaan tot de jaren rondom de Eerste Wereldoorlog. Of ze zich in haar jeugd van de oorlog erg bewust is geweest weet ik niet. Ik zou denken van niet, die oorlog ging immers relatief gerieflijk aan Nederland voorbij. Mijn opa werd nog enige tijd onder de wapenen geroepen en in fort Pannerden gelegerd, maar de Nederlandse neutraliteit heeft hem het oorlogsgeweld bespaard.

De Eerste Wereldoorlog lijkt vaak ver weg, al is het maar omdat die tweede, voor Nederland veel ingrijpendere oorlog, daar nog op volgde. De term Great War heeft in ons land nooit veel opgang gedaan. Toch is die tijd maar drie of vier generaties weg. De overgrootouders van mijn moeders kant emigreerden ergens aan het begin van de twintigste eeuw naar België, naar Luik. Ik weet eigenlijk niet in welk jaar, maar ik vermoed dat het kort na het einde van die Grote Oorlog was. Mijn nonna, geboren in 1925, groeide daar op. Dat weet ik al jaren, maar nooit realiseerde ik me hoezeer het een land in wederopbouw was. Hoeveel steden langs het front verwoest waren, hoeveel mannen gedood of voor het leven verminkt.

Ik las Godenslaap van Erwin Mortier en dat boek schetste voor mij die periode beeldend:  ik had niet eerder meegemaakt dat een boek de geschiedenis zo zeer tot leven wist te wekken. Het woord geschiedenis voelt zelfs een beetje misplaatst, omdat alle gebeurtenissen heel dichtbij voelden, zo tastbaar en verwant, alsof ik de gebeurtenissen zelf uit de mond van een familielid had kunnen optekenen.

Het is een boek dat me direct onder de huid kroop, mijn hart deed kloppen, mijn maagstreek wee maakte en in mijn hoofd aan de lang gesloten kastjes en laden van mijn geheugen rammelde. Niet voor niets dwaalden mijn gedachten als ik het boek even weglegde af naar mijn eigen familie.

Ik kon het werk lezen zoals ik las in mijn tienerjaren: ik ging volkomen op in het verhaal en de gedachten van de hoofdpersoon. Als ik las dan voelde ik mij haar, die dame die op hoge leeftijd terugkeek op haar leven en haar herinneringen opschreef, of evengoed haar jongere ik, op de grens van volwassenheid in die oorlogsjaren. Het liefst kroop ik met een zaklamp onder de donsdekens om de ganse nacht door te lezen. Dat ik dat niet werkelijk deed is een verschil met mijn tienerjaren, maar niettemin: ik kan me van de afgelopen paar jaar niet herinneren dat ik zo door een boek bevangen was.

Hoezeer ik er ook in opging, ik kon mijn schrijversoog, waarmee ik de laatste jaren steevast boeken keur en meelees, niet helemaal toedoen. Ook op dat niveau was ik echter verrukt: door de vloeiende zinnen, de passende woordkeus en de wijze waarop het verhaal uitwaaierde. Telkens weer week de vertelling associatief van de chronologie af om er na een paar passages weer naar terug te keren. Het is werkelijk een roman die zowel met groot gevoel als met veel vakmanschap geschreven is. Ik kan er geen kritische noot bij plaatsen: een aanrader voor iedereen.

Geef een reactie