Site pictogram Frank Norbert Rieter

De moeilijkheid van het moordspel en de homo ludens


Een goed moordmysterie kan ik erg waarderen, maar toch lees ik weinig detectives of thrillers. Het oplossen, of liever nog het bedenken van hoe het precies in elkaar zit vind ik het leukst. In de meeste boeken is de puzzel voor de lezer eigenlijk niet goed oplosbaar: het moet immers wel verrassend blijven tot het eind. En als alle verborgen clues wel sluitend naar één dader wijzen heb ik dat zover van tevoren door, dat de lol er al snel af is.

Met dit dilemma in het achterhoofd (verrassing versus oplosbaarheid) heb ik me een jaar of tien geleden gewaagd aan het schrijven van mijn eerste moordspel. Een stuk of tien rollen, voor evenzoveel deelnemers. Iedereen kreeg een boekje met informatie die ze in de loop van de avond moesten delen. Het stak natuurlijk zo in elkaar dat aan het eind van het diner alle genante feiten op tafel lagen en de dader ontmaskerd kon worden. Het levert altijd een leuke avond op: een beetje toneelspel, samen eten en drinken.

Ik werd er steeds handiger in, maar ook bij het schrijven van moordspellen is het zoeken naar een balans. Het moet oplosbaar zijn, niet te moeilijk en niet te makkelijk, en het moet voor iedereen tot het eind toe spannend blijven.

Dit jaar heb ik het over een andere boeg gegooid en schrijf ik aan een moordspel annex rechtbankdrama. Deelnemers kunnen een getuige zijn, maar ook aanklager of jury-lid. Het is geen who-done-it: ‘Schuldig of onschuldig’ is de vraag. Ik stop natuurlijk een aantal leuke plotwendingen in het script, maar uiteindelijk voel ik me minder verantwoordelijk voor een verrassende ontknoping. Dat laat ik graag aan de spelers over.

Mobiele versie afsluiten