Site pictogram Frank Norbert Rieter

De uitstervende kunst van het brievenschrijven

Ik heb een ‘map’ met correspondentie. Het is een echt fysiek gevaarte: een verzameling dossiermappen en insteekhoezen in een brede tijdschriftcassette. Er zitten brieven in aan vrienden en familie. Als ik die brieven nog wel eens doorlees, ben ik vaak getroffen door de diepgang. Het zijn kleine betogen, uiteenzettingen of ontboezemingen. Het is al weer enige jaren geleden dat er iets aan die map is toegevoegd. Het is een archiefstuk geworden.

Alle correspondentie die ik de afgelopen jaren voerde ging namelijk per e-mail. Het elektronische verkeer is een zegen: mailtje, smsje, whatsappje.

De enige brieven die ik nog schrijf zijn klachtenbrieven. Bedrijven proberen ook die te decimeren, door met ingewikkelde webformulieren klachten te categoriseren (en te minimaliseren). Niettemin komt er voor een goed gegronde klacht nog wel eens een brief van een paar kantjes uit mijn (elektronische) pen.

Ik leid aan een korte aanval van weemoed en melancholie. Is het vreemd dat ik de moeite die ik neem voor klachtenbrieven, niet meer voor mijn vrienden neem? Alle elektronische kattebelletjes hebben als voordeel dat het contact soms wel verdicht is, maar is het daarmee ook verbeterd? Soms is het ook vluchtiger geworden. Zit iemand daar nog op te wachten, een brief? Zelfs schrijvers corresponderen toch alleen nog maar om er later een brievenboek van te maken.

Van diverse auteurs heb ik hun verzamelde correspondentie in de kast staan. Het meest imposant zijn vijf lijvige delen met brieven van H.P.Lovecraft. Goede verhalen schreef hij maar weinig, maar prachtige brieven aan de lopende band.

Ik voorzie dat mijn verzamelde brieven nooit zullen worden uitgeven. Ik mag hoogstens hopen op een bundeling van mijn verzamelde smsjes.

Mobiele versie afsluiten