Na een korte onderbreking van een ruime twintig jaar…

moordsfw7

…verscheen dit najaar een nieuw nummer van het onregelmatig verschijnende periodiek Fantastische Vertellingen. Stuwende kracht achter de uitgave is Remco Meisner die met zijn Stichting Fantastische Vertellingen uit een literaire winterslaap is ontwaakt de wereld trakteert op tal van nieuwe uitgaven.

Het tijdschrift is vormgegeven als een novelle, op A5 formaat, 85 pagina’s. De omslag in kleur, met een prachtige plaat van Ingrid Heit. Die stond ook in Ganymedes 13, maar kwam daar in zwart-wit niet uit de verf, eh… toner. Voor het binnenwerk is gekozen voor de Garamond als broodletter. Dat vind ik voor fantastische literatuur altijd een mooie letter: klassiek, maar met een zwierige cursief. De koppen in een handschriftletter steken daar nogal bij af. Ik ben niet vies van een portie vervreemding, maar dit vind ik lelijk.

Naar de inhoud. Fantastische Vertellingen brengt een mix van verhalen, recensies en achtergrond artikelen.

De recensies zijn me niet inhoudelijk genoeg. Ze blijven teveel steken op het niveau van een synopsis. Ik denk dat het lezerspubliek anno 2013 alleen nog filmbesprekingen in een tijdschrift wil hebben als ze ook echt de diepte in gaan, analyseren en in een bredere context plaatsen. De boekbesprekingen zijn wat dat betreft interessanter, maar ook hier zou ik zeggen: liever meer tekst over minder boeken.

De achtergrondartikelen zijn beter. Zeker de biografieën door Jeroen Kuypers van schrijvers die ons sinds de vorige uitgave van FV ontvallen zijn heb ik geboeid gelezen. Over het verslag van Ganycon door Oxana Langbeen twijfel ik. Wat moet je met zo´n verslag. Ik krijg daar altijd zo´n ´je had er bij moeten zijn´ gevoel van. En daar zit je dan mee. Dan zie ik liever goede, inhoudelijke aankondigingen: wat mag ik het komende kwartaal zeker niet missen.

Het hoofdbestanddeel van FV wordt gevormd door de verhalen en die zijn allemaal boeiend en goed geschreven.

  • Peu a peu van Ef Leonard; het misantropische relaas van een schilder en zijn veel jongere vrouw in een rustiek huisje in Frankrijk. Met veel humor geschreven en heerlijk vervreemdend.
  • De Brug door Jan J.B.Kuipers; hij schreef dit waarschijnlijk na een halve fles juttersbitter, maar is dan nog steeds stilistisch vlijmscherp.
  • Het afscheid van Nel Kuypers is in mijn beleving het beste verhaal in de bundel. Zeer zorgvuldig geschreven en mooi opgebouwd, met volop aandacht voor het beschrijven van de personages. Even vroeg ik mij af wat er fantastisch aan het verhaal was, maar omdat het zo steengoed is: wat maakt dat uit?
  • Little Hands van Paul Minkejan, fragment uit de bundel De huilende postbode. Sympathiek, bijna vertederend.
  • In nagedachtenis van oud gereedschap, door Jaap Boekestein. Fijn verhaal, mooie gedachtenstroom. De titel vind ik wringen. Op drie kwart van het verhaal staat een lelijke fleuron, met daaronder teveel wit, waardoor ik eerst dacht dat het verhaal was afgelopen. Als een nachtkaars. Gelukkig ontdekte ik de volgende dag dat op de pagina erna nog de cruciale laatste alinea stond. Die maakte het helemaal goed.
  • Vingerknippen van Yves Vandezande. Bij dit verhaal tastte ik, overigens net als de hoofdpersoon, lang in het duister. Waar gaat dit heen? Uiteindelijk naar een mooi beschreven maar onduidelijke climax. Rest de vraag: waar ging het nou eigenlijk over? Ik verwachtte een vernuftige cohesie, die uiteindelijk niet kwam.
  • Inspecteur Charles de la Croix – De poezen, door Robert Jan Swiers. Direct valt op met hoeveel oog voor detail het verhaal is geschreven. Die sterke beeldende stijl maakt het boeiend en echt, terwijl de spanning maar heel gedoseerd wordt opgevoerd. De ontknoping voelt heel kort als een anti-climax, maar dit gevoel wordt direct gecompenseerd met een fikse dosis originaliteit en verbeeldingskracht. Smaakt naar meer.

Dat laatste geldt eigenlijk voor de hele bundel. Een buitengewoon leuke uitgave, met een zeer gunstige prijs/alles verhouding. Voor de liefhebbers van fantastische literatuur zeg ik: kopen, en neem meteen een abonnement.

Voor wie zich afvraagt waar de illustratie bij dit artikel vandaan komt:  speciaal voor de gelegenheid heb ik een foto van mezelf opgeduikeld van (ruim) 20 jaar geleden. Ik was hier opgedoft als butler ter gelegenheid van een moorddiner van het Subgenootschap voor Fantastische werelden, onderdeel van het Genootschap voor Geofictie.