De benodigde afstand

Begin juni is de uiterste inzenddatum voor verse tekst. Dat is een open inzending voor nieuw, nog onopgevoerd toneelwerk, georganiseerd door het platform theaterauteurs. Ik had me voorgenomen om dit als aanleiding te gebruiken om eindelijk eens iets te doen met het idee om een toneelstuk te schrijven over Willem Oltmans. Toen ik er voor ging zitten om wat dialogen en ideeën op papier te zetten, eindigde ik echter met een prachtige dialoog over een loodgieter in Zuid Frankrijk. Soms gaan verhalen een beetje met je aan de haal.

Ondertussen in de keuken

Ondertussen schrap en schaaf ik verder aan Onze Loodgieter. Indikken. Schillen. Insnijden. Plat slaan. Het voelt steeds meer als een samenhangend boek, in plaats van een verzameling losse verhalen. Dat is goed. Gelijktijdig treedt er een soort moeheid op: wéér diezelfde passage door. Ik weet dat hij werkt en dat hij leuk is om te lezen, maar ik voel het zelf niet meer. Dat is minder goed. Dat vraagt om even rust en afstand. Gelukkig heb ik ook nog een toneelstuk liggen.

De tekst larderen tot hij mals en sappig is.

Vandaag herschreef ik de synopsis van ‘Onze loodgieter’.  Ik denk dat het zeker de tiende keer was dat ik de tekst onder handen nam. Ik dacht eigenlijk dat hij wel af was, maar dat bleek niet zo te zijn. En aan de inhoud is deze keer ook niet veel gewijzigd. Het oordeel van mijn geliefde redacteur, corrector, proeflezer en echtgenoot ging namelijk over de toon. De synopsis geeft niet hetzelfde gevoel als het boek. Hij is te droog. Hij is niet leuk om te lezen. Continue reading “De tekst larderen tot hij mals en sappig is.”

De geur van verse poëzie

Ik was vorig jaar op een boekpresentatie. Een dichtbundel. Ik kreeg het werkje in handen en voelde met mijn handen langs de kaft. Ik sloeg het open en voordat ik las, bracht ik het even omhoog en rook er aan. De uitgever zag het mij doen en lacht me toe. ‘Heerlijk, niet?’ zei hij. Ik knikte en genoot. Continue reading “De geur van verse poëzie”

Het eind is daar waar je stopt met schrijven (II)

Het schrijven aan Onze Loodgieter nadert zijn einde. We waren gisteravond weer bij hem op bezoek. Hij had de afgelopen weken, mede op mijn verzoek, nagedacht over de vraag of het boek wel compleet was. Of hij geen verhalen was vergeten te vertellen. Hij vroeg ons of hij al verteld had van die twee engelen aan de weg bij Venray? Nee!? Dat verhaal moest er toch echt wel in. En hij had nog wel een verhaal waarvan hij wist dat we het niet gehoord hadden. Een scabreuze vertelling. Dus oren gespitst en pen in de aanslag. Continue reading “Het eind is daar waar je stopt met schrijven (II)”

Het is uniek en bijzonder, maar het lijkt eigenlijk nergens op

Ik ben bijna bij. Gestaag schrijf ik naar het punt waar mijn loodgieter met zijn reis naar het Beloofde Land gebleven is. Op de grens met Apulie aan het Lago di Occhito. Ik ben al schrijvend de Molise ingetrokken, bijna bij Pater Pio. Continue reading “Het is uniek en bijzonder, maar het lijkt eigenlijk nergens op”

Hoe verwoord je toch de meest intieme gedachten van een personage

Waar het gaat om het scheppen van mooie personages is schrijven toch vaak een beetje boetseren. Kneden, toevoegen, weghalen, goed voelen, druk uitoefenen, vormen. Een eerste impressie kan met een paar woorden gegeven zijn, maar daarna is het zoeken naar de gedachten, de innerlijke drijfveren en overtuigingen, het typerende woord- en zinsgebruik. Al die zaken. Continue reading “Hoe verwoord je toch de meest intieme gedachten van een personage”