Onwaarschijnlijke helden

Zeven vertellingen uit een fantasy-wereld losjes geïnspireerd op de Nederlandse middeleeuwen. Een bonte set personages in gevarieerde verhalen: speels, erotisch, humoristisch en dramatisch. De heldenrol wordt vervuld door mensen die je daar niet zo vaak in ziet; zoals een bitterstookster, een hoertje, een blinde vechtjas en een onhuwbare dochter. Polderfantasy met Decamerone-achtige trekken.

Frank Norbert Rieter (Nijmegen, 16 juni 1973) is een Nederlands schrijver van proza, toneelstukken en gedichten. Hij is ook een fervent maker van fantasy-rollenspellen en interactieve fictie. Hij schreef deze verhalen als studie bij een van zijn spelwerelden. In 2017 won zijn novelle De dundenker de Short Novel Award en werd in hetzelfde jaar uitgegeven door Xander Uitgevers.

De volgende verhalen zijn in de bundel opgenomen

De schelm, de ijzervreter en de bitterstookster – de levenspaden van meerdere mensen komen samen in een plan om de kwade heer van het Borghef te weerstreven. “Lobke was geen hardvochtige vrouw, maar ze had in haar leven genoeg tranen geplengd. Ze was in haar jonge jaren uienpelster in de keukens van de stadsheer geweest en nadat haar man te jong gestorven was aan een combinatie van overmoed en domme pech, hadden haar ogen het huilen opgegeven.”

De walgvogel – de ziekelijke Reinald en moedige ruiter Helmoed bundelen hun krachten in het weerstaan van de legendarische Walgvogel. “Reinald kende in het geheel geen onkuise gedachten. Niet dat enige mannelijke opwinding hem vreemd was, maar het nam een vrij bescheiden plaats in zijn leven in. Hij had zich nooit het hoofd op hol laten brengen door wat voor lentegevoelens dan ook.”

De onhuwbare dochter – verhaal over een prinses die zich he-le-maal niet in die rol wil zien, en op queeste gaat om degene te worden die ze eigenlijk wil zijn. “Zijn dochter was, zoals hij het zelf noemde, een beetje een wildebras. Haar naam was Dagmar. Dagmar was als klein kind vooral – zoals haar vader het noemde – onderzoekend. In plaats van lieftallig in de kasteeltuin te spelen met een hoepel of een springtouw, bouwde ze een vlot om de slotgracht mee om te varen, of ving ze ratten in de diepste kelders.”

De schone vechtjas – een nogal scabreus verhaal over een iets te knappe persoonlijke bediende van de stadsheer “U kent mij ongetwijfeld als persoonlijke bediende van de stadsheer. Ik ben knap, gevierd, een toonbeeld van schoonheid. Wat je wellicht niet weet, is dat ik ook menigmaal in de problemen ben geraakt omdat ik er zo ontzettend goed uitzie.”

Auteur Jack Schlimazlnik over het verhaal De schone vechtjas: “Homo-erotiek voor allen! IJzersterk verhaal, met humor, waarin het feitelijk niet uitmaakt dat niet iedereen van homo-erotiek opgewonden raakt. Dit soort verhalen mogen wat mij betreft vaker gepubliceerd worden.”

Zoenmond – het verhaal over het hoertje Laika en de zoektocht naar ware en werkelijke liefde “Eigenlijk had ze een net logement willen uitbaten, maar toen de kans zich voordeed nam ze een kabberdoes over. Het was de kast waar ze werkte. De klandizie bestond uit mannen die heimwee hadden of thuis eenzaam waren.”

De algoritmes van Skalka – een verhaal over liefde en trouw voert naar de oneindige bibliotheek in het verre Artheod. “In de bibliotheek van Artheod lagen zo verschrikkelijk veel boeken. Er was een woord voor waar ik even niet op kon komen. Zo veel dat ik me niet kon voorstellen dat die allemaal nog eens gelezen waren nadat ze waren geschreven.”

Auteur Floris Kleijne over De algoritmes van Skalka: “Een prettige fantasy in een niet-standaard wereld, waar vooral de bibliotheek zelf een heel plezierige vondst is.”

Auteur Christine Boomsma over De algoritmes van Skalka: “Het beste aan dit verhaal zijn de beelden, in het bijzonder dat van de magische bibliotheek waarin Manto dwaalt, zoekend naar zijn geliefde vriend. (…) Het is allemaal prachtig beschreven en fijn om te lezen.”

De abdicatie van Thorn Asega Ubach III – een potsierlijke eenakter waarin de keizer op onnavolgbare wijze zijn volk de les leest en afstand doet van de troon. “Garde, onthoofd die man. Ik duld geen tegenspraak.”