Leuke vragen en reacties die een schrijver zoal krijgt

‘Hoe gaat het met Oom Ludo?’ vragen mensen me wel eens. ‘Goed,’ zeg ik daarop. Boek en personage zijn in mijn hoofd bij die vraag samengevallen. Goed, want ik krijg leuke, positieve reacties van lezers. En af en toe een bestelling – vorige week mocht ik een mooie doos vol boeken naar de Nederlandse Bibliotheek Dienst versturen, zodat Oom Ludo in het nieuwe jaar bij vele bibliotheken te leen zal zijn. Ik werd door een paar media geïnterviewd, zoals bijvoorbeeld hieronder:

Interview over Oom Ludo bij de Virtuele Herberg in Antiquariaat Eugene Jeurissen te Beek

Een aantal leuke vragen kreeg ik van lezers mondeling of per mail. Dat soort vragen vind ik heel erg leuk, want even wordt zichtbaar wat normaliter voor een schrijver verborgen blijft: met welke verwachting of hoe aandachtig het boek gelezen is. Hieronder een paar voorbeelden van de vragen en reacties die ik kreeg:

Oom Ludo kennen we van de teksten bij foto’s op instagram. Daar is altijd een mooie spanning tussen tekst en foto’s. Is dat spanningsveld ook in het boek terug te vinden?

Dat denk ik wel, al is het anders. Je kijkt in de tekst rechtstreeks door de ogen van Oom Ludo naar de wereld. Maar als lezer interpreteer je anders. Je zult vaak verbaasd zijn over hoe Oom Ludo iets omschrijft of ervaart, en denken ‘ik zou daar anders op reageren’ of ‘ik zou iets anders zeggen’. Daarmee is denk ik een vergelijkbaar spanningsveld aanwezig. Vergelijk het maar met het moment dat je als bijrijder in een auto naast een chauffeur zit met een heel eigen ‘vrije’ rijstijl. Dat levert ook een spanningsveld op.

Jij bent niet Oom Ludo, maar hoeveel van jouzelf zit er in het personage Oom Ludo?

Niet zo veel. Ik heb een schrijver wel eens horen zeggen dat all zijn personages afspiegelingen van hemzelf waren. (Ik ben even kwijt wie dat zei – tips zijn welkom.) Soms herken ik dat. Van Aloïs Hartman (uit o.a. De dundenker) heb ik wel gezegd ‘als ik de politiek was ingegaan was ik een soort Aloïs Hartman geworden’. Maar er zijn ook personages die verder van mij af staan; die ik modeleer naar gedragingen en karaktertrekken die ik bij anderen heb gezien. Voor Oom Ludo, met zijn idiosyncratische en licht autistische trekjes, heb ik inspiratie opgedaan bij meerdere mensen uit mijn omgeving. Van mijzelf zit er niet zo heel veel in, al kan ik mij ook koesteren in een rustige plek achter een raam, met uitzicht op de buitenwereld. Maar ik heb veel andere kanten die Oom Ludo niet heeft.

De formulering en woordkeus in (of van) Oom Ludo zijn soms complex. Dat is aan het begin van het boek even wennen. Is dat kenmerkend voor jouw schrijfstijl?

Ik heb het geschreven, dus daarmee is het in ieder geval onderdeel van mijn register. Ik denk niet dat je kunt zeggen dat het ‘mijn stijl’ is, als in ‘kenmerkend voor alles wat ik schrijf’. Het is wel kenmerkend voor het personage ‘Oom Ludo’ (en dus voor het in de ik-persoon geschreven boek). Hij denkt in ritmische formuleringen waarin bijwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, bijzinnen en allerhande twijfeltaal voor de voor hem noodzakelijke nuances zorgen. De zwaarte van die formulering neemt ook wat af in de loop van het boek, passend bij de ontwikkeling die Oom Ludo doormaakt. Hoe meer hij zich in de vaart van de buitenwereld begeeft, hoe meer vaart de zinnen krijgen. Wie ook ander werk van me leest zal zien dat ik mijn schrijfstijl vaak aanpas aan wat het verhaal vraagt. En bij toneelstukken, aan welk personage aan het woord is. En dat leidt dan regelmatig tot veel kaler en directer taalgebruik. Daar houd ik namelijk ook erg van.

Wat is dan toch een petrifagant?

De petrifagant is een fantasiewezen. Dat blijkt denk ik ook wel uit de context van het betreffende hoofdstuk – waar de petrifagant even in genoemd wordt. Maar de nieuwsgierige of cryptozoölogisch ingestelde lezer wil natuurlijk altijd iets meer weten… Het is een oud wezen, van voor de tijd dat er mensen waren, of magie. Ze voeden zich door het eten van gesteente en zo zijn ze verantwoordelijk voor talloze onderaardse gangenstelsels. Ik bedacht de petrifagant niet zelf; ik ontleende hem aan het fantasy rollenspel Queeste; de credits zijn voor bedenker Joop Oele.

De steller van de vraag, Ken Korsmit, stuurde me per kerende post (en na een stormachtige nacht) de volgende ode aan de petrifagant.

Zijn uw rhodo’s geplet of schuttingen omver gestoten?
Ziet u overal afdrukken van mammoetachtige poten?
Mist u een hap uit de muur of hardstenen rand?
Wellicht heeft u dan last van een petrifagant.

Geef een reactie