De uitstraling van een boek dat je wil lezen

of De geboorte van een boekomslag

Als schrijver ben je geneigd te denken dat de titel van een boek een integraal onderdeel is van de tekst. Ik denk dat nog steeds, maar inmiddels weet ik dat er daarnaast nog een andere waarheid is. De titel van een boek is een onderdeel van de omslag van het boek en dus van de marketing en publicatie van het werk. Daarmee ligt het in het domein waar juist de uitgever iets over te zeggen heeft. Als het goed is, gebeurt de vaststelling in harmonieus overleg, maar uiteraard zal er vaak sprake zijn van enig dualisme. Dat geldt ook voor mij bij de uitgave van ‘Oom Ludo’ – als self-publisher met twee petten op. Je bent sterrenbeeld tweeling of je bent het niet.

Ik heb voor het Oom Ludo-project meerdere titels overwogen. Van heel kort ‘Park’ tot heel lang ‘De wonderbaarlijke reis van Oom Ludo of Het kijken naar de wereld.’ Als schrijver was mijn wensenlijstje relatief kort.

  • De titel moet passen bij het boek
  • Ik moet er ‘een goed gevoel’ bij hebben

Als uitgever wil ik daarnaast graag dat de titel, in combinatie met de omslag, de juiste uitstraling heeft.

  • Het moet de juiste doelgroep aanspreken
  • Het moet de juiste associaties oproepen
  • Je moet de titel makkelijk kunnen onthouden
  • Het moet goed ‘klinken’ als je het uitspreekt
  • Het moet visueel mooi op de kaft vallen
  • Het moet onderscheidend zijn, en dus niet teveel lijken op andere titels
  • En dat laatste geldt ook voor het zoeken op internet: het moet een min of meer unieke zoekterm zijn

Dit leverde een paar probeersels op.

Ik vroeg feedback in mijn omgeving en dat scherpte mijn gedachten.

De eerste omslag was een poging om het boek een ‘literair’ uiterlijk te geven met een gestileerde kaft en een klassiek, stijlvol, bijna gedistingeerd font. Het werd nog net niet ‘ambo klassiek’. Deze versie vind ik nog te rommelig ogen, maar is wel mijn persoonlijke smaak. Met een beetje er aan verder werken had ik hem zelf prachtig gevonden. Maar de titel vond ik net iets te generiek geworden. Van Kaas tot Birk; zo’n éénlettergrepige titel kan prima werken, maar hij zegt niet zo heel veel. In combinatie met zo’n klassieke letter wordt de uitstraling wat belegen, of in ieder geval wat te ingehouden. Dat past nog wel bij de Oom Ludo aan het begin van het boek (iemand die hele dagen voor zijn raam zit en naar de stad kijkt), maar niet bij het boek zelf: dat gaat toch over het ‘naar buiten treden, de wereld in’. Ik zocht een frissere of speelsere titel.

De tweede poging had dat laatste wel, maar vloog ook meteen uit de bocht. De letter is speels, en wordt vaker gebruikt voor romans met een wat luchtigere ondertoon. Wat ik zocht was een omslag die (qua gevoel) ook een roman van Paulien Cornelissen had kunnen zijn. Maar dat was dit niet. Het werd visueel teveel een kinderboek. De lange titel werkte toch wat minder goed dan ik in eerste instantie dacht. ‘Het kijken naar de wereld’ drukt inhoudelijk juist iets statisch uit, terwijl de titel ook een beetje ritme mag hebben.

De derde poging waagde ik om even iets heel anders te proberen. Inhoudelijk lijkt het in eerste instantie het verhaal van het boek goed te vertellen. Een parkje licht ingeklemd, of zelfs bedreigd, in de oprukkende stad. Maar het voelt niet als dit boek. De foto suggereert misschien ook wel non-fictie. Het zou ook een waargebeurd verhaal kunnen zijn over een au pair in Singapore. Of zo.

Met zowel titel als omslag ging ik terug naar de tekentafel. Iets met een parkje. Een roman. De juiste toon. De juiste lading. Die gestileerde boompjes vond ik leuk. Eenvoudigweg ‘Oom Ludo’ had ik lange tijd gebruikt als werktitel. Eigenlijk voldeed dat aan alle criteria die ik mijzelf als schrijver en als uitgever gesteld had.

De definitieve omslag voor Oom Ludo in wording

Dit is hem voor nu. Helemaal af is hij nog niet: de achterkant mist nog wat elementen, zoals een biografietje van mijzelf (een van de ingewikkeldste dingen om te schrijven, vind ik) en de obligatie auteursfoto, de streepjescode et cetera.

Als schrijver ben ik wel blij met het eindresultaat. En als uitgever hoop ik dat mijn potentiële lezers zullen denken ‘dat oogt als een boek dat ik wel zou willen lezen’.

2 thoughts on “De uitstraling van een boek dat je wil lezen”

  1. Ja, dat boek zou ik wel willen hebben. Ziet er hebberig genoeg uit. Vooral dat grasgroen doet het goed. Ik ontwaar een duo op sokkel, in brons lijkt me zo. Hoort wel in een parkje thuis. Benieuwd wie dat zijn. Doet me meteen aan Couperus denken, van oude mensen die voorbijgaan of zoiets. Een koe in dat groene gras zou ik ook wel aantrekkelijk vinden. Ik bedoel dat het boek daardoor voor mij nog aantrekkelijker zou zijn, maar een koe in een park zou meteen de vraag oproepen of die niet is verdwaald. Zo blijf ik af en toe een flater slaan. Ben benieuwd wat voor man die Oom Ludo is. Mijn vermoeden is dat Oom Ludo vroeger bij een bank heeft gewerkt, of niet soms ? En spel met woorden moet hem in elk geval wel liggen.

  2. Als ik dit boek ergens tussen andere boeken zou zien liggen, dan zou mijn oog er zeker op vallen. Ik hou van felle kleuren, vooral ook van appelgroen en mediterraan blauw. Daarna zou ik me afvragen waarom Oom Ludo de hoofdpersoon is van een roman. Dan zou ik de achterkant lezen…ah, een hedendaags probleem. Ik zou dan wel willen weten wat Oom Ludo doet …….komt hij op voor dat stukje groen ….gaat hij actievoeren….mobiliseert hij de buurt……of legt hij zich neer bij een bij voorbaat verloren zaak ? Ik wil het weten ! en dus koop ik het boek. Eerlijk gezegd zou ik het boek toch wel kopen; ik heb al eerder kennis gemaakt met Oom Ludo en met eerdere boeken van Frank. Kopen dus.

Geef een reactie