Tien tips voor het jureren van de Harland Awards voor Verhalen

Het lijkt soms wel alsof schrijvers niets anders te doen hebben dan elkaar te voorzien van al dan niet goede adviezen in de vorm van lijstjes met schrijftips. Lijstjes met tips voor juryleden van schrijfwedstrijden heb ik nog niet vaak gezien, terwijl de jurering van de volgende editie van de Harland Awards aanstonds van start gaat. Ik bladerde de juryrapporten van afgelopen jaren nog eens door en las vele waardevolle adviezen, maar ook wel een aantal zaken waarvan ik dacht: dat zou een volgende keer beter kunnen. Gesterkt door mijn ervaring als deelnemer (en niet gehinderd door enige ervaring als jurylid) geef ik hierbij mijn adviezen aan de nobele lieden die dit jaar voor deze jureer-marathon staan.

Beste juryleden:

  1. Anoniem is anoniem. Ga niet raden naar de leeftijd, de ervaring of de sekse van de auteur. U heeft het meestal mis en de adviezen die er uit voortvloeien bleken in het verleden niet zelden mallotig. Het is natuurlijk prima als u af en toe schrijft ‘dit verhaal komt over alsof de auteur’. Dat is precies hoe je dat volgens de regels van feedback moet doen. Maar als die formulering er bij ieder verhaal weer insluipt… ga bij uzelf te rade of u niet iets teveel met de mogelijk auteur bezig bent en wat te weinig met het verhaal.
  2. Lees aandachtig, bij voorkeur ook hardop. Proef de taal en geniet van mooie zinnen. Er is de afgelopen jaren in de juryrapporten maar heel erg weinig aandacht besteed aan de stilistische kwaliteiten van de verhalen. Mijn persoonlijke verzoek: breng daar verandering in.
  3. Bewaar uw gevoel voor humor. Jureren is een serieuze zaak. Schrijven ook. En voor dat u het weet, herkent u een grappig bedoeld verhaal niet als zodanig. Een overdrijving. Een ongerijmdheid. Een onwaarschijnlijke plotwending. Genadeloos neergesabeld door een jurylid met een al te serieuze bril op. Als u na het lezen van alle inzendingen niet één grappig verhaal bent tegengekomen, herlees dan nog een keer het verhaal dat u het slechtste vond en herlees het alsof het als parodie bedoeld is.
  4. Wees moedig en vecht tegen de middelmaat. Eén veelgehoorde klacht over wedstrijden met een brede juryselectie is dat juist de echt bijzondere verhalen buiten de boot vallen. De winnaar is niet het beste verhaal, maar het verhaal waar alle juryleden het minste mee mis vonden. Ik denk, als ik terugkijk naar de winnaars van de afgelopen jaren, dat dit effect bij de Harland Awards niet sterk optreedt, maar waakzaamheid is geboden. Werk aan consensus, terwijl u blijft vechten tegen het bloedeloze compromis.
  5. Wees mild en negeer de eerste fout die u tegenkomt, zeker als dat een typefout is. Als u dat niet doet, zult u in de rest van de tekst alleen maar op zoek gaan naar meer bewijzen van onvermogen van hetzelfde type en de mogelijke kwaliteiten van het verhaal missen. Als de eerste fout kenmerkend is voor de kwaliteit van het verhaal, zal dat toch wel blijken, ook als u niet actief naar dat type fout op zoek gaat.
  6. Negeer de genreaanduiding van de auteur. Om mij onduidelijke redenen heeft de organisatie gevraagd aan de inzenders om het genre op te geven. Ik raad u aan om hier in het geheel niet over na te denken. Een verhaal is goed of niet goed. Een slecht scifi verhaal dat wel lekker scifi is, is nog steeds een slecht verhaal. Of het een ‘genreverhaal’ is weet u toch wel. U kunt het ruiken, zonder dat het verder geclassificeerd hoeft te worden. Laat u niet afleiden door genredefinities.
  7. Blijf hoopvol zoeken naar wat er goed is in een verhaal. Ja, er wordt veel rommel geschreven. Bij ieder verhaal is wel wat mis, maar bedenk dat schrijvers ook heel veel leren als iemand ze wijst op hun krachten en kwaliteiten. Het leven van een jurylid is denk ik ook leuker als u niet teveel verzuurt door een misantropische leesbril.
  8. Wees niet al te ijdel. Als u bij ieder verhaal de neiging heeft om commentaar te geven in de trant van ‘Dit idee is door Asimov al veel beter uitgewerkt’, bedenk u dan dat we in een postmoderne tijd leven. Het is allemaal oude wijn in nieuwe zakken. Natuurlijk is het goed om schrijvers tot lezen aan te sporen. Maar waak voor ‘name dropping’ en een overdreven tentoonspreiding van uw eigen eruditie.
  9. Laat uw stokpaarden liever thuis. Het grote inzicht of leerpunt dat voor u een belangrijke stap voorwaarts in uw schrijfcarrière betekende is niet altijd het goede advies waar iedere andere schrijver het meeste aan heeft. Het is ook niet de beste meetlat om alle verhalen van één wedstrijd langs te leggen. Als u bij het schrijven van uw jurycommentaar hetzelfde advies aan vijf schrijvers op rij geeft, neem dan even pauze en schakel over van koffie op iets alcoholhoudends.
  10. Opereer zelfstandig en discretionair. Ongetwijfeld krijgt u van de organisatie enige richtlijnen. Zeker zult u benieuwd zijn naar wat andere juryleden te melden hebben. Wellicht zullen er op facebook wel weer wat discussies ontstaan over hoe er gejureerd zou moeten worden. Maar het mooie is: u brengt als jurylid uw eigen, unieke visie en ervaring mee. Vertrouw daar op. Alleen als u zelfstandig en eigengereid een oordeel vormt en u niet laat leiden door welk ander advies dan ook (deze tips incluis), zal de optelsom van alle juryoordelen leiden tot het beste verhaal als winnaar van de wedstrijd.

2 thoughts on “Tien tips voor het jureren van de Harland Awards voor Verhalen”

Laat een reactie achter bij Frank Norbert RieterReactie annuleren