Ik las de afgelopen week de fantasy novelle ‘Als de feniks rijst’ van Martine Dunnewind. ´Als de feniks rijst´ gaat over Sabrino, een ruimtevaarder die crasht op een te verkennen planeet. Op dit gegeven na, zijn er geen science fiction elementen. De wereld waar hij in beland is een fantasy wereld. Vreemde wezens, vormen van magie en een heldere queeste vormen de vertrouwde elementen. Het boek voelt professioneel uitgegeven. De omslag is mooi en passend, het ziet er strak uit. Het verhaal leest vaardig geschreven en professioneel geredigeerd. Slechts een paar kleinigheden vallen op, zoals een heft van een zwaard dat handvat wordt genoemd. Dat haalt me niet echt uit het verhaal, daar is het boeiend genoeg voor. De wereld doet me in het begin denken aan ´Avatar´. Die associatie raakt gelukkig snel op de achtergrond. De uitgewerkte taal en cultuur geven het Mukaanse volk, dat Sabrino opvangt, een interessante eigenheid. Langzaam wordt Sabrino van een ontheemde buitenstaander, één van hen. Je voelt het dilemma aankomen of hij nog wel terug wil als hij ooit ´gered´ zal worden. Als de wereld verder verkend wordt blijkt deze wel erg pseudo middeleeuws te zijn. Op zichzelf niet bezwaarlijk, maar ik zoek naarstig naar voldoende eigenheid. Gelukkig draagt tegen die tijd de plot het verhaal. Sabrino wordt geacht de held uit te hangen en de manier waarop hij zijn uitdagingen overwint is doordacht en afwisselend. De rode draad lijkt te zijn dat hij vooral de krachten van de wereld moet ontdekken en daar op moet leren vertrouwen. Een mooie boodschap, die subtiel met het verhaal verweven is. Waar ik persoonlijk erg blij van word is de lengte van het boek. Zelfs als het de proloog is voor een eindeloze reeks dikke boeken, wordt dat gelukkig niet al aangekondigd. De hoeveelheid plot en frisse ideeën is passend voor de lengte van het verhaal. Dat zien we bij fantasy vaak anders. Misschien had het boekje zelfs iets dikker mogen zijn. Het leven van Sabrino vòòr de crash had nog net wat verder mogen worden uitgewerkt om de ontwikkeling die hij doormaakt invoelbaar te maken. Voor de laatste hoofdstukken met de uiteindelijke ontknoping had ook iets meer tijd genomen mogen worden, in de hoop dat de wereld daardoor iets minder generiek had gevoeld. Per saldo een aanrader; hopelijk mogen we meer van Martine Dunnewind lezen de komende jaren.
Tot zover het boek zelf. Het zette me aan het denken. Wie koopt of leest zo’n boek? Ik vond het bij Polare in Nijmegen. Omdat de schrijfster zelf in Nijmegen woont, gok ik er op dat het er in consignatie lag. Maar de rest van fantasy minnend Nederlands blijft waarschijnlijk verstoken van deze veelbelovende auteur. Marine Dunnewind publiceerde haar boek bij Free Musketeers, een bedrijf dat self publishers helpt om boeken in de markt te zetten. Je eigen boek uitgeven levert nog altijd gemengde reacties op. Het gebrek aan status, naamsbekendheid en promotionele slagkracht zorgt ervoor dat de verkoop meestal niet verder komt dan tweedelijns vrienden en kennissen.
Dat zou allemaal niet erg zijn, als er in dat grote veld van gepubliceerd werk niet ook prachtige boeken zaten, onontdekte juweeltjes of ruwe diamanten. Hopelijk is er in toenemende mate een rol weggelegd voor een actieve boekenblogger. Juist voor boeken die elders niet besproken worden. Oftwel: laat je inspireren en doe ook eens een (gelukkige) greep in het rijke arsenaal aan huisgemaakte boeken. Laten we eens allemaal iets anders lezen, in plaats van allemaal hetzelfde.
Een stimulerende boekbespreking, stimulerend om het te lezen. De uitsmijter bevalt me ook, bevalt me zéér, “allemaal hetzelfde”. De populaire boeken laat ik bij voorkeur terzijde, sterker nog, die roepen een aversie op. Zo’n boek kan ik tien jaar later nog altijd lezen. Je wil toch niet met iedere hype meedoen.
Dat allemaal hetzelfde geldt niet alleen voor de boekenverkoop en het lezen. Het geldt ook voor wat de media heet. Ja, er zijn wel degelijk goede programma’s, maar ook het volgende mag worden gezegd. Veel te veel omroepen met soortgelijke programma’s. Publieke omroepen – deels nog steeds op de fundamenten van de verzuiling- hebben een diversiteitstaak, die ze beter zouden kunnen waarmaken. Nieuws zonder smaak, met een te hoog amusementsgehalte, met een hoeveelheid over de grens die onder het minimum ligt. Praatshows die hun houdbaarheidsdatum overschrijden. Wie sport belangrijk vindt maar niet naar sport wil kijken, moet soms zoeken. Ik vrees het net begonnen jaar. Misschien niet allemaal hetzelfde maar wel veel hetzelfde. Zou het kabinet niet eens kunnen vallen over een voorstel voor een nieuwe omroepwet ? Dat is ook eerder gebeurd. Terug naar de boekenwereld: kan dan misschien ook het boekenprijskartel worden afgeschaft ?