Lezersdagboek: Ganymedes 13

ganymedes 13ganymedes 13 by Remco Meisner

Ganymedes 13 is een bundel met genreverhalen die worden aangeprezen als ‘staalkaart’ van de Nederlandse fantasy literatuur. Dat predicaat maakt de bundel zonder meer waar: het was voor mij een (hernieuwde) kennismaking met een gemengd boeket aan auteurs, in alle gradaties van (on)bekendheid. Vanzelfsprekend zitten er dan ook verhalen tussen die me minder aanspreken, maar over de hele linie kan ik zeggen: goed geschreven en met plezier gelezen.

Hieronder een handvol aantekeningen bij de verhalen (met slechts kleine verklappingen);

– Openingsverhaal van Jan J.B. Kuipers. Lekker Caribisch piratensfeertje, mooie cirkelplot. Naar mijn smaak een beetje rommelig in z’n dialogen.
– Wie is… een kunstwerk van Ingrid Heit. Het zal prachtig zijn, maar op dit formaat in zwart-wit kan ik er eigenlijk niet veel zinnigs over zeggen. Ik zou bij een volgende bundel alleen kunst plaatsen die is gemaakt voor het formaat en de drukwijze.
– Ballade van een Poltergeist en (verderop in de bundel) Een nieuwe wereld, poëzie van Vincent van der Linde. De bundel is een eerbetoon aan hem en alleen al daarom verdient zijn poëzie hier een plek.
– Veranderman van Mike Jansen; een prima cyberpunkverhaal. Ik heb zelf niet zoveel met cyberpunk, maar het riep nostalgische gevoelens bij me op over de tijd dat ik Shadowrun speelde. Ik miste een sterk eigen geluid, maar de liefhebber van het genre zal wellicht de naadloze puurheid waarderen. Oh ja, en op pagina 40, regel 24 begint een zin niet met een hoofdletter. (Grapje voor insiders).
– In totaal drie fragmenten van Tais Teng, verspreid over de bundel. Ze komen uit een op stapel staande bundel surrealistische Russische sprookjes. Ik lees t.z.t. die bundel wel. Dit was te fragmentarisch om me echt te boeien.
– Reinold Widemann is opgenomen met twee verhalen, De etalagepop en De nieuwe hulp. De etalagepop vond ik erg ‘onaf’. Potsierlijk taalgebruik en een niet bijster originele plot. Tot mijn verbazing schrijft hij met ‘De nieuwe hulp’ een van de betere verhalen van de bundel. Gezien zijn staat van dienst (biografie achterin) moet de De etalagepop een toevalsmisser zijn. Ik zeg: leest allen Reinold Widemann.
– Spreken in tongen van Jos Lexmond is een detective-noir verhaal in een space-opera-achtige setting. De overdaad aan eigen scifi termen vermoeide me een beetje. Niettemin smakelijk, met een prima plot.
– De oogtransplantatie, fotokunst van Frank Roger. Tja. Deze prent is waarschijnlijk via een time-warp niet in Ganymedes 1, maar in Ganymedes 13 terechtgekomen.
– 1000 tranen van de riviergod. Dit is prachtig. Misschien wel het meest zorgvuldig geschreven verhaal van de bundel. De oosterse snit zet me wel een beetje op afstand; ik wordt niet echt het verhaal ingezogen, maar blijf in de verte met open mond toekijken. Dat wordt in de loopt van het verhaal niet beter. Ik geniet van de stilistische pracht, maar voel weinig drang tot doorlezen.
– Tijdrovers slaan toe in januari! Illustratie van Frank Roger. Hmmm. Wel leuk, maar eigenlijk niet leuk genoeg.
– De foefbom door Boukje Balder. Geweldig. Een perfect verhaal. Met dit soort verhalen win je bijvoorbeeld de Paul Harland Prijs. Ik had nog niet eerder een verhaal van Boukje Balder gelezen, maar ik ben op slag fan. Had ik al gezegd dat ik het geweldig vond? Alleen dit verhaal maakt de hele bunder al de moeite waard om in huis te halen. Dus.
– De Nederlandse tijdreiziger. Prachtillustratie van Bauke Muntz.
– De perversies van kapitein Janus. Een verhaal van Jaap Boekestein, met de ronkende ondertitel ‘Een stomende punk vertelling’. Heerlijke lichtvoetige erotica van oerhollandse stoompunk bodem. Jaap, graag een hele bundel van dit spul.
– De leraar van Remco Meisner. Dit is het vervreemdend soort fantastiek dat de lezer laat zwemmen. Het deed me even denken aan de sketchjes van Monty Python, vooral in de zin dat zodra de eerste grap er vanaf is ik me begon af te vragen ‘waar gáát dit over’. Dan blijkt Meisner echter precies te weten waar hij mee bezig is en laat hij je als lezer keurig met twee benen op de grond achter. Knap gedaan. Mooi verhaal.
– Paul van Leeuwenkamp, De nachtmerrie voorbij. Het kon me niet echt boeien. De wereld en de thematiek spraken me niet zo aan, en dan was het verhaal wat te lang om het van de plot of de pointe te hebben, en wat te kort om de personages echt mooi uit te werken.
– Bestemming van Lucas Vastenhout. Dit verhaal (over het hiernamaals) leunt alleen op de pointe en daarmee vind ik het veel te licht, op het flauwe af.
– Visserslatijn, door Django Mathijsen en Anaïd Haen. Leuk. Erg leuk. Moet ik er heel veel meer van vinden? Ik geloof het niet. Gewoon erg leuk.
– Samhain van Patrick Brannigan. Nomineer ik graag voor de mooiste openingszin. Sfeervol verhaal. Boeiend en met de nodige beklemming geschreven. Aan het eind voelt het als de proloog van een langer werk en wordt het verhaal in Arthuriaanse context geplaatst. Dat had voor mij niet (expliciet) gehoeven. Het verhaal is op zichzelf sterk genoeg en verdient (zelfstandig) een sterker eind.
– Frivool van Oxana Langbeen. Wie? Oxana Langbeen. Ze krijgt in ieder geval de prijs voor het mooiste pseudoniem. Als het een pseudoniem is. Anders heeft ze gewoon een hele mooie naam. De kracht van het verhaal zit hem vooral in haar taalgebruik, zowel de woordkeus als de betoverende syntaxis. Ze is een van de weinige auteurs die alleen al daarmee de ‘sense of wonder’ kan oproepen. Heel knap. Oxana is de Maartje Wortel van de Nederlandse fantastiek.
РHet lot van de oorlogsmisdadiger, door Martijn Lindeboom. In het begin van het verhaal gaat er voor mij iets mis; het speelt in een rechtbank en ik heb net teveel Matloc en Law & Order gekeken. Die rechtbanksc̬nes wringen. Gelukkig is Martijn Lindeboom verder een begenadigd schrijver. De plot komt op gang. De personages komen tot leven (zo lang als het duurt). En dan is het gewoon lekker lezen. Mooi verhaal. Goed einde. Voelt heel verfilmbaar.
– De harmonie hersteld, door Frank Roger. Prachtig schrijnend verhaal. Perfecte wisselwerking tussen de eigenheid van de wereld waar het in speelt en het persoonlijk drama van de hoofdpersoon. Aptum: bravo!
– De inktlezers van Doi Saket, door Thomas Olde Heuvelt. Dit verhaal gaat alle kanten op, gelukkig vooral veel goede. Het begin en eind zijn dramatisch sterk. Daartussenin is het af en toe droogkomisch en kolderiek. De voetnoten zijn onnodig en vermoeiden. En daar tussendoor kabbelt het verhaal vermakelijk verder. Een passend laatste verhaal voor een bonte bundel.

Tot slot worden we getrakteerd op niet al te serieuze biografietjes, van het soort dat het prima doet in het jaarboek van een studentenvereniging. Ik voel me een beetje een droogkloot als ik het zeg, maar van mij mag dat wat serieuzer. Ik bedoel: stel nou dat je echt geïnteresseerd bent in een van de auteurs. Dat zou toch zo maar kunnen? Daar is de bundel goed genoeg voor.

View all my reviews

2 thoughts on “Lezersdagboek: Ganymedes 13”

Laat een reactie achter bij Frank Norbert RieterReactie annuleren