Mag het een onsje meer of minder zijn?

Het adagium ‘Schrijven is schrappen’ is niet mijn lijfspreuk. Te vaak wordt het advies dogmatisch opgevat en de feitelijke waarheid is natuurlijk andersom. Schrappen is een onderdeel van het schrijfproces. Je moet het daarin echter bedachtzaam toepassen.

Ik heb al een paar weken wat ideeën in mijn hoofd voor korte teksten. Een beetje espressofictie of ultrakorte theaterteksten. Ze komen maar niet op papier, mede omdat ik al teveel in mijn hoofd aan het schrappen ben. Zelfcensuur noem je dat, denk ik. Het laat zien dat al te veel schrappen ook zijn nadelen heeft. In mijn geval blijft er niets over.

Het hele genre van de ultrakorte fictie is een goede demonstratie van hoe literaire anorexia er uit ziet. Wat kan er nog meer mis gaan?

Een tekst kan kaal worden en te weinig eigenheid bezitten. Hij krijgt te weinig zeggingskracht omdat alleen algemeenheden overblijven en het specifieke is gesneuveld. Het verhaal wordt karikaturaal of clichématig in een poging om met weinig woorden duidelijk te zijn. De tekst kan fragmentarisch worden en onaf aanvoelen. Soms blijft er alleen een los idee, een pointe of een grap over. Een losse gedachte. Er is geen sprake meer van een verhaal, of zelfs maar de suggestie van een verhaal. Je had het beter in z´n geheel kunnen schrappen.

Soms leveren al die zelf opgelegde beperkingen een juweeltje op, dat is natuurlijk ook waar. Maar over het algemeen ben ik een schrijver van toevoegen. Hoe kan ik het nog mooier maken? ‘Schrijven is verrijken’ is meer mijn leus.

Lees ook:

Uit beperkingen wordt schoonheid geboren

Zuinig schrijven, geen woord teveel hoor!

Geef een reactie