Ik bedenk me eigenlijk helemaal niet zo veel op een dag

Ik herschaaf en redigeer deze dagen aan Gordon Hauspie. Het valt me weer eens op dat ik doorgaans vrij filmisch schrijf: ik schrijf wat je ziet gebeuren, in afgebakende scènes. Ik zag dat toen ik de eerste versie van de tekst schreef, meer dan drie jaar terug, de gedachten van de hoofdpersoon vrijwel geheel ontbraken. Het was een vrij extreem geval van show, don’t tell. Die gedachten heb ik er bij een eerdere herschrijfsessie deels doorheen geweven. Dat maakte het geheel veel beter. Nu schiet me bij het lezen soms door het hoofd: ‘Wat denk hij veel. En wat denk hij expliciet.’ Ik denk zelf helemaal niet zoveel op een dag. Geloof ik. Soms denk ik dat ik vrij snel in een soort stand-by modus verval. Ik zeg: ‘een zen-staat’, want dat klinkt beter. In ieder geval blijft er niet veel van hangen. Mijn hoofdpersoon denkt krachtig en vrij uitgesproken. En het heeft nog een relatie met wat er om hem heen gebeurt ook. Gelukkig schrijf ik fictie.

Geef een reactie