Site pictogram Frank Norbert Rieter

Hoe Brusselmans langzaam stopte met schrijven

Lezersdagboek: Van drie tot zes

Je hoeft geen fan van hem te zijn om te erkennen dat Herman Brusselmans een handvol prachtige boeken heeft geschreven, zoals het destijds veelbelovende Zijn er kanalen in Aalst, of de zogenaamd hilarische Guggenheimerboeken, of het schrijnende De droogte, waarmee hij nog geen tien jaar terug op de proppen kwam en dat zo mooi de half ontverfde en troosteloze kant van het Vlaamse leven beschrijft. Toen, ja toen, had ik hoop: ik dacht dat Brusselmans langzaam toewerkte naar zijn meesterwerk, dat al zijn boeken een oefening waren, een opmaat naar het allesomvattende briljante boek, waarmee hij de ako-libris-of-whatever-voor-literatuurprijs zou winnen.

Ik had het natuurlijk mis. Brusselmans schreef nooit een bestseller en won nooit een literaire prijs van enig formaat. Als Van drie tot zes maatgevend is, zal het er ook nooit van komen. Brusselmans behoort al jaren met verve tot de categorie langharige tegendraadse medemens en ook in zijn laatste boek raaskalt hij er weer lustig op los in een onophoudelijke stroom van woede, frustratie, melancholie en verveling, deze keer lijkt de schrijver echter behoorlijk de weg kwijt te zijn.

Het verhaal zwalkt niet eens, het waggelt, stagneert, zakt door zijn assen en geeft lang voor de laatste pagina de geest.

De hoofdpersoon is iemand die in alles mislukt, getergd raakt en uit pure verveling zichzelf kwelt door te trouwen met een vrouw waar hij niet van houdt. Vanaf dat punt had het boek interessant kunnen worden, helaas eindigt het daar. Willem Zundap is zelfs als literair personage mislukt.

De schrijver lijkt het te weten. Komt het begin van het boek nog over als een serieuze poging tot roman, al snel laat de schrijver enige vorm van opbouw of ontwikkeling achterwege.  Hoofdstukken doet hij niet aan. Alineascheidingen zet hij na pagina 36 aan de dijk. Leidt dit tot een geïnspireerde en vloeiende woordenstroom? Nee. Na pagina 50 is de inspiratie definitief op. De seks is lusteloos. Zelfs het schelden op alles en iedereen klinkt hol. Het enige dat spreekt uit de eindeloze woordenbrij is wanhoop en onvermogen. De schrijver weet het, bedoelt het waarschijnlijk ook zo, maar overtuigt niet.

Willem Zundap gaat er uiteindelijk met het meisje, waar hij het hele boek al aan denkt en dat slechts in zijn fantasie bestaat, vandoor en laat de schrijver ontredderd achter. Een aardige vondst, nee: een wanhoopsdaad voor een boek dat niet te redden valt.

Mobiele versie afsluiten