Het eind is daar waar je stopt met schrijven (II)

Het schrijven aan Onze Loodgieter nadert zijn einde. We waren gisteravond weer bij hem op bezoek. Hij had de afgelopen weken, mede op mijn verzoek, nagedacht over de vraag of het boek wel compleet was. Of hij geen verhalen was vergeten te vertellen. Hij vroeg ons of hij al verteld had van die twee engelen aan de weg bij Venray? Nee!? Dat verhaal moest er toch echt wel in. En hij had nog wel een verhaal waarvan hij wist dat we het niet gehoord hadden. Een scabreuze vertelling. Dus oren gespitst en pen in de aanslag.

Het toevoegen van deze verhalen is precies dat: voegwerk. Het metselen is gedaan. De muur staat. Het boek ‘Onze Loodgieter’ heeft een kop en een staart. Wat ik met het boek wil zeggen kan ik (sorry Ger) niet in één zin vatten. Ik denk dat een belangrijke premisse is: een reis naar het Beloofde Land is nog geen pelgrimstocht.

Toch zijn er altijd nog meer verhalen, zeker als onze loodgieter verder reist. Dan gaat het om meer dan voegspecie, het gaat om nieuwe bakstenen of bouwblokken. Dat is de ellende met reisverhalen. Ik vraag mij af wat ik daar mee wil doen. Komt er een ‘deel II’? Ik heb met het schrijven tot nu toe beweert wat ik wil beweren. Meer verhalen voegen daar eigenlijk niet veel aan toe. Zijn verder reizen wordt dus ook voor mij een verder reizen. Opnieuw de route uitstippelen. Opnieuw het einddoel bepalen. Waar wil ik heen? Wat wil ik eigenlijk beweren? Ik weet nog niet of ik ga: eerst maar ‘deel I’ afschrijven.

Geef een reactie