Site pictogram Frank Norbert Rieter

werken aan de blauwdruk

Het is de week van de prille ideeën. Ik noteer er een paar.

De opzet van het boek volgt in mijn hoofd de carrière van een man die ik voorlopig even M. zal noemen. Na zijn studie vindt hij in zijn oorspronkelijke vak geen werk en belandt (in zijn ogen tijdelijk, voor een paar maanden) achter de telefoon bij een callcenter. Dan gebeurt wat ik zelf heb meegemaakt en wat ik bij talloze mensen heb zien gebeuren: hij blijft plakken.

Een aantal zaken maakt het personage bijzonder. Als eerste: hij bezit het vermogen om gedachten te raden. Noem het maar een goed ontwikkelde empathie. Op verhaal-niveau maakt hem dat goed in zijn vak en is het de motor achter een gestage carrière. Als schrijver wil ik dat vermogen benutten om een truc met het vertelperspectief uit te halen (dit parkeer ik even, daarover later meer). Verder is het iemand die in zijn werk constant zijn eigen plan trekt: dingen niet volgens het boekje doet, maar naar eigen inzicht. Dat maakt hem met enige regelmaat de held voor klanten en medewerkers, maar ook een schelm, of een lastpak, voor zijn leidinggevende. Een lastpak die wel met resultaten komt.

Er zijn ook duistere kanten. Er zijn situaties waarin hij aan het kortste eind trekt: die hij niet naar zijn eigen hand kan zetten. Dit zorgt voor gewetensnood en wroeging.

Het boek opent op zijn laatste werkdag. Een rondgang door het pand en langs diverse collega’s en klanten vormt het raamwerk voor het boek. Op die dag blikt M terug, ik denk aan een hoofdstuk per jaar. Ieder hoofdstuk wil ik ophangen aan één ander personage (en de relatie tot de hoofdpersoon) en combineren met een kenmerkende gebeurtenis uit dat jaar. Die gebeurtenissen zijn vrij makkelijk te verzinnen: de invoer van de euro, de millenniumbug, world-online. De kunst wordt om die zaken niet teveel te laten domineren. Het verhaal komt uiteindelijk tot leven als er conflict of drama ontstaat tussen mensen.

Het is mijn bedoeling dat hoewel je in het eerste hoofdstuk al weet dat M zijn laatste werkdag beleeft, het pas aan het eind van het boek duidelijk wordt wat de bijzondere omstandigheden daarbij zijn. Wordt hij ontslagen, neemt hij ontslag? Is hij met een geweer naar het werk gekomen om op dramatische wijze afscheid te nemen? Of heeft hij een heimelijk plan uitgewerkt om een paar miljoen weg te sluizen naar een ver en zonnig eiland? Ik wil dat soort vragen opwekken bij de lezer, als een stuwende kracht achter het verhaal.

Er speelt nog een verhaalelement door mijn hoofd. Er is een moment in zijn loopbaan dat M – heel even – de meest gehate man van Nederland is. En dat moment is denk ik de eerste aanzet voor zijn vertrek. De formulering intrigeert me wel en ik denk dat hij mits goed geplaatst, maar dat geldt voor alle prille ideeën, tot verder lezen uitnodigt. De omstandigheden van dat moment heb ik nog niet scherp. Ik denk aan een klant wiens bankzaken (en vooral de problemen daarmee) op meerdere momenten in het boek bij M op het bureau terecht komen. Ik voorzie enige malen contact tussen hen en waarschijnlijk ook een keer een persoonlijk treffen. Omdat M bij het callcenter (iedereen haat callcenters) en een bank (iedereen wantrouwt banken) werkt, wordt hij voor de bewuste klant de personificatie van het kwaad: de man die verantwoordelijk is voor alle misère in zijn leven.

Misschien is ‘de meest gehate man van Nederland’ ook wel een leuke boektitel. Zetten we op het lijstje.

Voor dit moment even genoeg prille ideeën. Het wordt de komende dagen de kunst om dit soort plannen concreter te maken. Meer verhaal, meer drama en vooral: geschreven proza tekst. Ik zal voor M gaan werken aan een persoonsbeschrijving in de ik-vorm geschreven. Dat brengt hem meer tot leven.

Mobiele versie afsluiten